Monumenten

Religieus Sittard Rijksmonument Commercieel Woonhuis

RM33714 Sittard - Paardestraat 40 : Boerderij / Molen van Hostenbach

De stadsboerderij staat) ook bekend onder de naam 'molen Hochstenbach'. In 1810 vroeg de metselaar Jean Weissen (Weijsen, Weizen) vergunning om een molen te bouwen buiten de Broekpoort. 

Locatie: Sittard, Paardestraat 40 
50° 59' 57" NB, 5° 52' 23" OL

Rijksmonument: 33714
Kadaster: STD00-F-2296

Bouwstijl: Traditioneel

Bouwhistorie: De stadsboerderij staat) ook bekend onder de naam 'molen Hochstenbach'. In 1810 vroeg de metselaar Jean Weissen (Weijsen, Weizen) vergunning om een molen te bouwen buiten de Broekpoort. Tegen dit voornemen kwam een groot aantal bewoners, met name van de Paarde­straat, in het geweer omdat zij door het opgestuwde water overlast vreesden. De vergunning werd ook niet verleend. Meer succes had de apotheker Jan Willem Hochsten­bach. Hij richtte zich in 1823 met een rekest aan de koning, om toestemming te krijgen voor het bouwen van een oliemolen, 97 ellen buiten de Broekpoort. Ook deze keer kwamen veel protesten. Hochstenbach wist de vergun­ning toch te verkrijgen. In de molen werd ook zwart­sel vermalen, verkregen door verbranding van beenderen. In de jaren veertig van de negentiende eeuw fungeerde Jan Lambert Oberndorf als mole­naar. In de jaren vijftig kocht Peter Nijssen de molen, waarna hij het woonhuis bouwde. Zijn initia­len (P.N.), die van zijn vrouw Maria Sibilla Alberts (M.S.­A.) en het jaartal 1854 zijn nog aanwezig op de sluitsteen boven de poort aan de Paardestraat. Nijssen bouwde de molen om tot korenmo­len. Peter Nijssen stierf op 18 december 1881. Voor die datum droeg hij de molen over aan zijn zoon Jan Hubert Nijssen.   

Exterieur: 

Paardestraat 40 Sittard (FKG)
Paardestraat 40 Sittard (FKG)

Cultuurhistorie: Doordat verschillende molenaars zich niet aan de vergunningsvoorwaarden hielden werd de hoogte van het stuwpeil herhaaldelijk overschreden. Op het einde van de negentiende eeuw werd hierover herhaaldelijk gediscussieerd in de ge­meen­te­raad. Er kwam een ruilhandel tot stand: de molen zou worden opgeheven in ruil voor het aan het openbaar verkeer onttrekken van het zogenaamd 'Lank Getske'. Dit voetpad liep vanaf de Paardestraat, langs de huidige stadstuin, naar de Linde. Op 24 juni 1891 werd bij notaris van der Heijden de akte gepasseerd, waarbij Nijssen het stuwrecht opgaf en het pad werd opgeheven. De verkoop van de voormalige molen vond plaats op 27 juli 1891. Eigenaar werd de Sint Willibrordusstich­ting te Amsterdam. Achter deze schuil­den de paters Jezuïeten die binnen de wal hun Aloïsiuscollege met internaat hadden. De voormalige molen werd voor allerlei doeleinden ge­bruikt. In de verkoopakte was al sprake van een 'sociëteitslokaal. Volgens de overlevering zouden in het molen­gedeelte varkens zijn gehouden en woonden in het huis boeren­knechten. Naar verluidt waren in het woon­huis ook enige tijd een sigarenma­ker en een beschuitfa­briek geves­tigd. Het pand wis­selde in korte tijd meerdere keren van eige­naar. De Nederland­se Jezu­ïeten vertrok­ken in 1900 met hun college naar Nijmegen. Zij werden opge­volgd door Duitse colle­ga's die de voormalige molen onder­brachten in de 'Aloïsius Kolleg Gesellschaft mit beschrä­nkter Haftung' te Bad Godes­berg. Ook de RoomsKatholie­ke Parochie van Sint Petrus' Stoel bezat (gedeelten) van de boerde­rij en tenslotte de Sint Fran­ciscus Stichting. Tenslotte kwam het gebouw in 1929 in het bezit van de familie Wetzels, die er in 1916 eerst als huurder was komen wonen. In 1944 werd het dak van de schuur ernstig beschadigd door granaatin­slagen. Nadat de schade was hersteld werd de schuur in gebruik genomen door de familie Wetzels. De poorten aan de westzijde werden gesloten en aan de oostzijde kwam een nieuwe ingang. De schuur werd onder meer gebruikt als paardenstal. Tot de jaren zeventig van de twintigste eeuw was de boerderij een typisch Limburgs gemengd bedrijf met landbouw en veeteelt met koeien, kippen en var­kens.  

Bijzonderheden: De hele locatie bestaat uit een aantal delen namelijk schuur, koestal, woonhuis, molenpand, achterhof en binnenplein. 

Wat is HIS?

HIS staat voor Historische Impuls Sittard-Geleen-Born en vormt de eerste drie letters van ‘historie’. HIS is de digitale geschiedenisbeschrijving van de gemeente Sittard-Geleen. Het is een initiatief van de Vereniging Sittards Verleden en is inmiddels ‘geadopteerd’ door de Federatie Historie Sittard-Geleen-Born.

Lees verder >