Verhalen

Landschap, dorpen en steden Romeinen Born Broeksittard Geleen Grevenbicht Obbicht & Papenhoven Sittard

Romeinen in Bicht en omgeving

‘Het 75 cm hoge beeld dat maandag in Grevenbicht is opgegraven blijkt thans, naar de mening der deskundigen, een Romeinse afgod, waarschijnlijk Jupiter of Heracles, te zijn. Het beeld, waarvan men de even kloeke als fraaie vormen bewondert, heeft vermoedelijk gestaan in een der kleine bidkapellen, welke de Romeinen gewoon waren langs hun heirwegen op te trekken.' Dit onderschrift bij een foto op de voorpagina van het Limburgsch Dagblad van woensdag 26 mei 1948 informeerde de lezers over een bijzondere archeologische vondst. 

Bij het krantenartikel in het Limburgsch Dagblad van 26 mei 1948 werd deze foto geplaatst.

Een half jaar later, op 23 november 1948, maakte het LD melding van de vondst van nog een Jupiterbeeld op hetzelfde perceel van de heer Michiels aan de Houtstraat in Grevenbicht. Conservator Jacques Offermans van het museum Land van Sittard wilde de beelden direct tentoonstellen en aankopen. De conservator van het museum van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht, prof. dr. J.J.M. (Zef) Timmers uit Sittard, wilde in 1952 zelfs alle objecten van vijfentwintig gemeenten uit zijn provinciaal museum die niet van algemeen Limburgs belang waren ruilen voor de Jupiterbeelden uit Grevenbicht. Dat is niet doorgegaan. Nu zijn de twee Jupitersculpturen te bewonderen in Museum De Domijnen, in de vaste expositie van 24 topstukken van de gemeente Sittard-Geleen, waarvan Grevenbicht tegenwoordig deel uitmaakt.

De twee Jupiterbeelden in de vaste opstelling van 24 topstukken in Erfgoedcentrum De Domijnen. Het bijschrift bij de beelden luidt: 'Datering: 1e eeuw na Christus. Vindplaats: Houtstraat, Grevenbicht. In Grevenbicht zijn de resten gevonden van minimaal drie Jupiterbeelden. Waarschijnlijk stond hier in de Romeinse tijd een heiligdom in of nabij een Romeins dorp (vicus)'. (Foto en copyright Vic Hendriks).
In mei 1948 werd in de Houtstraat te Grevenbicht dit Jupiterbeeld opgegraven. Het hoofd van het beeld is helaas nooit gevonden. (Foto en copyright Vic Hendriks).
In november 1948 werd in de Houtstraat te Grevenbicht nóg een Jupiterbeeld opgegraven, op slechts twee meter afstand van het in mei gevonden beeld. In een artikel in het Limburgsch Dagblad van 22 november 1948 werd de gleuf onder borst toegeschreven aan het verslepen van het beeld met behulp van een touw waardoor in de zachte zandsteen een gleuf zou zijn ontstaan. Ook bij dit beeld ontbreekt het hoofd. (Foto en copyright Vic Hendriks).

Romeins Bicht
Al voor de vondst van de Jupiterbeelden hadden de amateurarcheologen vader en zoon Beckers uit Beek in hun boek Voorgeschiedenis van Zuid-Limburg (1940) gewezen op het groot aantal Romeinse bewoningssporen in Grevenbicht en Obbicht. In 1875 was op de Hitsberg in Obbicht een Romeins dubbelgraf ontdekt, en in 1924 op een terrein aan de Houtstraat te Grevenbicht een Romeinse putrand. Verder waren in deze omgeving veel Romeinse wegsporen blootgelegd. De zogenoemde Jodenberg in Grevenbicht (nabij de Joodse begraafplaats) werd al vroeg gezien als een Romeinse grafheuvel.

In de jaren 1963-1968 werden tijdens tuinwerkzaamheden nabij het pand Kempenweg 67 te Obbicht elf puntgave laat-Romeinse munten opgegraven. Tijdens het bewerken van een akker 'Aan de Goede Ruit' is in 1986 een halve maalsteen gevonden die gelijkenis vertoont met Romeinse maalstenen.

De zogenoemde Jodenberg, gelegen aan de zuidrand van Grevenbicht (hoek Essenstraat - Heilig Kruisstraat), dankt zijn naam aan het gebruik als Joodse begraafplaats. De onnatuurlijke vorm (hoogte en omvang), de Romeinse vondsten in de omgeving en de ligging bij een waarschijnlijk Romeinse weg maken aannemelijk dat het oorspronkelijk een Romeinse grafheuvel (tumulus) is. (Foto en copyright Vic Hendriks).
In 2009 werd de Romeinse putrand verplaatst van de Jodenberg naar de dorpskern van Grevenbicht, dicht bij de plaats waar hij in 1922 was gevonden. De verplaatsing maakte deel uit van de viering van het 25-jarig bestaan van Heemkundevereniging Bicht. (Foto en copyright Vic Hendriks).
Deze solidus (Romeinse gouden munt) met de kop van keizer Eugenius (392-394 n.Chr.) werd in 1968 met nog tien andere gouden laat-Romeinse munten gevonden bij Obbicht. Solidi werden meestal niet gebruikt als betaalmiddel, maar als spaargeld. Dit verklaart waarom de munt nauwelijks slijtage vertoont.

Romeinse sporen niet alleen in Bicht
Ook in andere delen van de huidige gemeente Sittard-Geleen zijn sporen gevonden van de Romeinse beschaving, die hier van circa 50 v.Chr. tot ongeveer 450 n.Chr. bepalend was. Rond 1817 zijn in de nabijheid van het kasteel en het oude Salviuskerkje van Limbricht, waar een Romeinse weg heeft gelopen, twee askisten (sarcofagen) ontdekt. In 1842 is in het stroomgebied van de Rode Beek, tussen Tuddern en Broeksittard, een circa 250 meter lange veenbrug blootgelegd. In 1882 is aan de Marcellienstraat te Oud-Geleen een askist opgegraven.

De Romeinen in deze streken cremeerden hun overledenen. De urnen met de as werden bijgezet in een askist als deze. Rond 1817 werden in de buurt van het kasteel en het Salviuskerkje te Limbricht twee askisten opgegraven. Dit exemplaar is te zien in het oude kerkje.
De Romeinse askist geplaatst voor de omheining van het kerkhof van de Salviuskerk. Voordat men zich bewust was van de historische waarde werd de askist gebruikt als regenbak.
In 1882 werd op de binnenplaats van de Geleense bierbrouwerij De Kroon een 'Romeinse sarchophaag' uit de tweede eeuw na Christus opgegraven. De vondst werd overgebracht naar het Provinciaal Oudheidkundig Museum (thans Bonnefantenmuseum) te Maastricht. M. Verjans maakte er deze foto van voor het in 1951 verschenen gedenkboek 'Geleen, van dorp tot Mauritsstad'.
In de askist die in 1882 werd opgegraven op de binnenplaats van brouwerij De Kroon te Oud-Geleen zaten verschillende grafgiften, waaronder een geëmailleerde zalfbus van 100 mm hoog en 49 mm breed. Tekening van J. Sprenger. Volgens sommigen is de ampul verkeerd om getekend. Het toelopende onderste deel zou geplaatst zijn in een metalen, driepotige staander.
Een Zalfbusje.

De meest markante vondst van een Romeins object komt uit Buchten. Hier werd in 1976 een bronzen beeldje van een haan en een daarvan losgeraakte sokkel met inscriptie opgegraven. Het is een offerbeeldje dat door een Romeinse legionair is gebruikt als dank (wijgeschenk) voor zijn ongeschonden terugkeer uit de strijd. Het cultusbeeldje is tegenwoordig een archeologisch icoon van de regio: het Haantje van Buchten is een begrip. 

Het Haantje van Buchten voor de restauratie in 2015. In het voetstuk staat te lezen: 'Voor de godin Arcanua heeft Ulpius Verinus, veteraan van het Zesde Legioen graag en met reden zijn gelofte ingelost'. De Romeinse soldaat offerde het met email versierde bronzen haantje waarschijnlijk als dank voor de behouden thuiskomst uit zijn diensttijd in Engeland.
Bij de restauratie in 2016 werd het fiere haantje recht op zijn poten geplaatst.

In deze eeuw zijn aansprekende Romeinse vondsten gedaan nabij het stadscentrum van Sittard. In 2007 en 2010 werden in en bij oude beeklopen veel metalen voorwerpen en grote hoeveelheden aardewerk uit de Romeinse periode opgegraven. Ook werden Romeinse nederzettingsstructuren (sporen van  bebouwing) blootgelegd.

De opgravingswerkzaamheden voor de Dominicanenwal werden zorgvuldig uitgevoerd. In big bags werd grond verzameld om te worden gezeefd. Hierdoor kwamen onder ander vondsten uit de Romeinse tijd aan het licht. (foto Ries van Doorn)
Een van de vondsten was deze bronzen Romeinse munt, een dupondius, met de beeltenis van keizer Domitianus (81-96 n.Chr.).
Dit intacte blad van een ijzeren zeis was een van de opgegraven topstukken.

Romeinse wegen
Dat onze regio werd doorsneden door Romeinse wegen, daarvan getuigen niet alleen archeologische sporen maar ook schriftelijk bronnen. De geograaf Claudius Ptolemaeus vermeldde rond 150 n. Chr. in zijn Geographica de plaats Teudurum (Tuddern). In het Itinerarium Antonini, een soort reisgids uit de derde eeuw, wordt Tuddern aangeduid als een pleisterplaats aan de grote weg van Xanten naar Heerlen. Deze weg had ook een aftakking naar Maastricht. Van beide wegen, die weer aansloten op de grote heerbaan van Keulen naar de Kanaalkust (recent de Via Belgica genoemd), zijn in onze gemeente delen teruggevonden. In de Sittardse wijk Hoogveld is een deel van een Romeinse weg ontdekt, die waarschijnlijk van Tuddern langs Limbricht richting Bicht liep en die aan de overzijde van de Maas aansloot op een Romeinse hoofdweg. De Maas gebruikten de Romeinen om graan en goederen te vervoeren.

Kaartje afkomstig uit de 'De Bosatlas van de geschiedenis van Nederland', met sporen van Romeinse bewoning en Romeinse wegen. Het kaartje is bewerkt. Met een lichtgroene stippellijn is een verbinding weergegeven tussen Teudurum (Tudderen), de Maas en Feresne (Dilsen). Op dit traject zijn veel wegsporen uit de Romeinse tijd teruggevonden. Waarschijnlijk stonden ze in verbinding met elkaar.

Vooral op plaatsen waar landwegen en waterwegen zich kruisten, zoals Maastricht, ontstonden Romeinse handelsnederzettingen met vaak een tempel. Was er in de Romeinse tijd ter hoogte van Grevenbicht-Obbicht naast een oversteekplaats ook een kleine nederzetting en verklaart dat het grote aantal Romeinse vondsten aldaar? Een vraag die uitnodigt tot verder onderzoek!

Peter Schulpen m.m.v.  Ries van Doorn 

 

Voor meer informatie over zie:

Titus Panhuysen, ‘In het achterland van Romeinse steden’, in: Limburg. Een geschiedenis I, tot 1500 (2015) 81-114.

Harry van Enckevort en Joep Hendriks, ‘Het platteland van Romeins Limburg’, in: Limburg. Een geschiedenis I, tot 1500 (2015) 115-152.

Karen Jeneson, ‘Transformaties van land, economie en samenleving in Romeins Zuid-Limburg’, in: Limburg. Een geschiedenis I, tot 1500 (2015) 115-152.

J.H.F. Bloemers, Muntschat Obbicht. Een laat-Romeinse muntschat uit Obbicht (1970).

A.J. Munsters, ‘Een 'Frankische' vingerring’, in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 107/108 (1971/72) 233-242.

J.P.A. van der Vin, ‘Obbicht: Romeinse munten op en om een villaterrein’, in: Jaarboek voor munt- en penningkunde 71 (1984) 5-25.

K. Adams en M. Aarts, ‘Oudheidkundig bodemonderzoek in de gemeente Sittard, 6’, in: Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold 17 (1996) 170-174.

M.J.H.A. Schrijnemakers, Geschiedenis van Geleen, deel 1 (1998) 43-48, 52-55.

P.B.N. van Luyn, ‘Vragen rondom Limbricht’, in: Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold 28 (2006) 54, 55.

Jean Knoors en Miel Jaspers, ‘De Romeinse putrand van Grevenbicht in nationaal en Europees perspectief’, in: Historische Jaarboek voor het Land van Zwentibold 30 (2009) 155-169. 

Ries van Doorn, ‘Romeins Broeksittard: veenbrug, vondsten en villa’s’, in: Archeologie in Limburg (augustus 2010) 11-15.

Stephan Weiss-König en Marion E.N. Aarts, ‘Landschap en bewoningsgeschiedenis rondom de stadskern van Sittard. Plangebieden Zitterd Revisited en Het Domein’, in: Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold 33 (2012) 151-154.

Ton Derks en Béatrice de Fraiture (red.), Een Romeins heiligdom en een vroegmiddeleeuws grafveld bij Buchten (L) (2015). 

Voor de archeologisch atlas van de oudheid, zie de link Archeologische Atlas van de Oudheid - Vici.org

Naar de actuele kennisstand van de Romeinse tijd in Limburg aan de hand van archeologisch onderzoek tussen 2007-2013: Romeinse tijd in Limburg (sam-limburg.nl)

 

Laatste nieuws