Monumenten

Religieus Munstergeleen Gemeentelijk monument Woonhuis

GM112b Munstergeleen - Abshoven bij 33 : Abtshuis

pachthoeve van de abdij van Val-Dieu waarvan na de brand in 1995 slechts de ruïne van het abtshuis resteert.  

Locatie: Munstergeleen, Abshoven bij 33 
50° 58' 6" NB, 5° 50' 57" OL

Gemeentelijk monument: 112b
Kadaster: MSG00-D-1291

Bouwstijl: traditionele bouwstijl 

Bouwhistorie: Op het terrein van de huidige kapel en het klooster was in de middeleeuwen een pachthoeve van de abdij van Val-Dieu. De hoeve wordt voor het eerst in archivalische bronnen genoemd in 1253 en ging in 1283 over in het bezit van de abdij van Val-Dieu. Uit een oorkonde van 31 mei 1299 blijkt dat de hoeve in eerste instantie werd bewoond door monikken van Val-Dieu. Vanaf 1337 worden delen van de grond en later ook de hoeve verpacht. In 1692 komt het beheer van de hoeve weer in handen van monniken, die echter niet steeds aanwezig zijn. Omsteeks 1716 vindt een grote bouwcampagne plaats, waarbij ook het huidige zogenaande abtshuis wordt gebouwd in opdracht van abt du Bois van Val-Dieu. Anders dan dat de naam doet vermoeden, was het abtshuis geen woonhuis van de abt en was het complex geen kloosterabdij maar een boerderij met herenhuis dat ten dienste stond van de abdij van ValDieu. Bij de bouw van het abtshuis werden delen van oudere bouwwerken (kelders) geïncorpereerd.  Met de komst van de Fransen werden alle geestelijke eigendommen geconfisceerd, zo ook Abshoven. Aan het begin van de negentiende eeuw werd de hoeve bewoond door welgestelde particulieren, die in de eerste helft van die eeuw de Engelse tuin in het huidige park lieten aanleggen. In de loop van de negentiende eeuw volgen verschillende families elkaar op als eigenaar of gebruiker van de hoeve. In 1901 werd het complex verkocht aan de Franse Congregatie van de Dienaressen van het Hart van Jezus, welke vanwege geloofsvervolging uit Frankerijk was gevlucht. De kloostergemeenschap wijdde zich aan de opvoeding van jeugdigen en de verzorging van zieken en bejaarden. De neo-gotische kapel werd tussen 1908 en 1910 ten oosten van het boerderijcomplex gebouwd, naar ontwerp van Johannes Kayser. De nonnen droegen omstreeks 1950 vooral de zorg voor weeskinderen, waarvoor in de jaren zestig een aantal paviljoens in het omringende park werd gebouwd (inmiddels gesloopt). Deze zorgtaak werd later overgenomen door professionele jeugdhulpverlening. Het kloostercomplex staat sinds het begin van de jaren negentig van de twintigste eeuw leeg. In 1995 brandde het complex af. Van de oorspronkelijke hoeve resteert op dit moment alleen de ruïne van het abtshuis. De schuuren stalvleugels (XVII-XVIII) die  oorspronkelijk een carré vormden aan de zuidzijde van het abtshuis zijn omstreeks de eeuwwisseling afgebroken. Het klooster (zusterhuis) en de kapel zijn recent gerestaureerd. De ruïne van het abtshuis is daarbij geconsolideerd.  

Exterieur: Het object is gelegen in een landschappelijke omgeving. Het betreft een vrijstaand gebouw op ruime verkaveling, terugliggend van de rooilijn. Ten noorden van het kloostercomplex is een groot park, waarin de restanten van een Engelse tuin aanwezig zijn, die daar in de negentiende eeuw is aangelegd. Ten oosten van de voormalige pachthoeve loopt een historische allee over het voormalige kloosterterrein. Deze allee begint bij de Geleenbeekstraat en eindigt in het park.  De pachthoeve bestond oorspronkelijk uit verschillende bouwdelen die op elkaar aansloten rondom een vierkante binnenplaats. Hierdoor ontstond een omsloten terrein, dat bereikbaar was via een brede poort aan de oostzijde. Rechts van deze poort (vanaf de binnenplaats gezien) bevond zich het voormalige abtshuis dat het hoofdgebouw vormt. De overige bouwdelen bestonden uit schuren en stallen die later verbouwd zijn tot klooster c.q. opvanghuis. Deze bouwdelen zijn na brand geheel gesloopt.  Het abtshuis of herenhuis van de pachthoeve sloot vroeger via een tussenlid aan op de noordgevel (achterzijde) van het klooster. De voorgevel van het abtshuis was gericht naar de binnenplaats. Het gebouw had een rechthoekige plattegrond en bestond uit twee bouwlagen boven een souterrain c.q. kelderverdieping en was afgedekt met een zadeldak dat aan de westzijde voorzien van een wolfeinde. Op dit moment resteren van het voormalige abtshuis slechts de kelders en muurresten van de noorden zuidgevels.  De keldergewelven zijn op dit moment afgedekt met een betonvloer die is voorzien van een waterdichte bedekking.  De voorgevel van het abtshuis (zuidgevel) bestond uit zes vensterof gevelassen. De gevel is tot het niveau van de begane grondvloer redelijk gaaf. De gevel is opgetrokken in witgeschilderde baksteen. Vanwege de hoge kelders is de toegangsdeur in de derde gevelas van rechts toegankelijk via een hardstenen bordestrap. Aan de voorzijde van deze trap is een deuropening met hardstenen omlijsting die leidt naar de kelders. De toegangsdeur en alle vensteropeningen waren voorzien van hardstenen omlijstingen.  Op het niveau van de begane grond resteert links van de entreedeur nog een fragment van de buitenmuur en rechts van de entreedeur nog een muurdeel tot het niveau van de verdiepingsvloer. In dit geveldeel zijn nog hardstenen vensteromlijstingen en gesmede muurankers aanwezig van de (reeds verdwenen) balklagen van de verdieping. Van de achtergevel (noordgevel) resteert nog een muurdeel van drie traveeën breed tot de onderdorpel van de ramen op de verdieping. Ook dit muurdeel is nog voorzien van hardstenen vensteromlijsting.  

Abshoven (Abtshuis ruine) Munstergeleen (FKG)

Bijzonderheden: Het interieur van het abtshuis is geheel verwoest, op de kelders na. Het betreft een keldercomplex met bouwfasen tussen de late middeleeuwen (XV-XVI) en de vroege achttiende eeuw, waarin mergel en baksteen zijn toegepast. De zijmuren en de gewelven zijn nog in tact.  De nog resterende keldergewelven en hardstenen elementen in de gevels.  

Wat is HIS?

HIS staat voor Historische Impuls Sittard-Geleen-Born en vormt de eerste drie letters van ‘historie’. HIS is de digitale geschiedenisbeschrijving van de gemeente Sittard-Geleen. Het is een initiatief van de Vereniging Sittards Verleden en is inmiddels ‘geadopteerd’ door de Federatie Historie Sittard-Geleen-Born.

Lees verder >