GM150 Sittard - Kloosterplein 2 en 2abcd : Kapittelhuis
Het pand bestaat uit twee bouwmassa’s, namelijk het kapittelhuis en een bijgebouw. Het kapittelhuis is gelegen op de hoek van het Kloosterplein en de Oude Markt.
Locatie: Sittard, Kloosterplein 2 en 2a/b/c/d
50° 59' 58" NB, 5° 52' 10" OL
Gemeentelijk monument: 150
Kadaster: STD00-F-2433
Bouwstijl: Traditionele bouwstijl met eclectische elementen
Bouwhistorie: Het pand staamt uit de 18de eeuw met een oudere kern.
Exterieur: Het betreft een half vrijstaand pand gelegen in een straatwand. Het pand bestaat uit twee bouwmassa’s, namelijk het kapittelhuis en een bijgebouw. Het kapittelhuis is gelegen op de hoek van het Kloosterplein en de Oude Markt. De bouwmassa bestaat uit drie bouwlagen, gedekt met een schilddak haaks op het Kloosterplein. De bouwmassa van het bijgebouw heeft een rechthoekige plattegrond. De schilddaken zijn gedekt met rode (opnieuw) verbeterde Hollandse pannen en hebben dakkapellen met zadeldakjes. Het halve schilddak van het bijgebouw is tegen de zijgevel van de belending van de hoofdbouwmassa gebouwd. Het halve schilddak is gedekt met rode (opnieuw) verbeterde Hollandse pannen en hebben ook dakkapellen met zadeldakje. Het pand is opgetrokken in witgeschilderde gepleisterde baksteen en voorzien van een zwart geschilderde gepleisterde plint en wordt aan de bovenzijde beëindigd door een gepleisterde lijst onder de goot. De gevels hebben een horizontale geleding en zijn voorzien van horizontale gepleisterde banden ter plaatse van de onderdorpels van de ramen. In de gevels zijn smeedijzeren muurankers aanwezig. De symmetrische gevels aan het Kloosterplein (voorgevel) en aan de Oude Markt bestaan uit twee vensterof gevelassen. De gevel aan de binnenplaats bestaat uit drie vensterof gevelassen.
Cultuurhistorie: Op het grondgebied van de huidige gemeente Sittard-Geleen lagen in de middeleeuwen geen kloosters. In 1298-1299 werd op verzoek van de heer van Sittard, Walram de Rosse van Valkenburg, door de Luikse bisschop een kapittel gesticht. Binnen de stad werd een ruimte gereserveerd voor twaalf kanunniken, een immuniteit of claustrum. Hier hadden de koorheren hun eigen woningen en kwam er een kapittelschool. De welgestelde geestelijken hadden als plicht om op gezette tijden koorgebeden te verzorgen in de St.-Petruskerk. De leiding berustte bij de kapitteldeken, een cantor hield toezicht op het koorgebed, een scholaster was verantwoordelijk voor het onderwijs en de administratie en een thesaurarius voor de inventaris van het kerkgebouw.
Bijzonderheden: De aanwezige originele deuren, ramen en luiken, de gepleisterde ornamenten aan de gevels en het gietijzeren hekwerk met penanten en poorten.