Monumenten

Religieus Limbricht Rijksmonument

RM33753 Limbricht - Platz 2 : Salviuskerkje

Dit oorspronkelijke zaalkerkje stamt van rond 1100. Het is gebouwd met maaskeien, die nog in de noordmuur zijn te zien. Er zijn geen aanwijzingen dat er voordien een houten kerkje was. 

Locatie: Limbricht, Platz 2
51° 0' 57" NB, 5° 50' 20" OL

Rijksmonument: 33753
Kadaster: LBT00-A-3120

Bouwstijl: Het oude Salviuskerkje laat meerdere bouwstijlen zien, zoals het romaanse koor en gotische apsis.

Bouwhistorie: Dit oorspronkelijke zaalkerkje stamt van rond 1100. Het is gebouwd met maaskeien, die nog in de noordmuur zijn te zien. Er zijn geen aanwijzingen dat er voordien een houten kerkje was.  Het kerkje is bij diverse gelegenheden uitgebreid en veranderd. Eerst de uitbreiding met het zandstenen koor met romaanse ramen en rond 1250 een gotische kooruitbreiding (apsis). Bouwheer was de kasteelheer van Limbricht Christianus de Lemborgh. Kort na het gereed komen van de apsis zijn gewelfschilderingen aangebracht (1275) door een waarschijnlijk Keulse/Rijnlandse schilder. Het feit dat de broer van Christianus, Fredericus, niet alleen pastoor in Limbricht, maar ook deken van de Severinuskerk in Keulen was, zal van grote betekenis zijn geweest. In de crypte van deze Severinuskerk zijn vergelijkbare gewelfschilderingen.  Verdere uitbreidingen betreffen de toren (1458) met luidklok, de zijbeuk met steunberen aan de zuidzijde (1510). In 1651 werden door de toenmalige kasteelheer Nicolaas van Breijl het schip en de zijbeuk met 75 cm verhoogd met twee zadeldaken met trapgevels en werden de noordelijke en zuidelijke ingangen gesloten respectievelijk de westelijke ingang geopend. De in 1817 aangebouwde sacristie is in 1953 verwijderd. In 1928 is het terrein rondom opgehoogd i.v.m. de aanleg van de spoorlijn.

Exterieur: De westgevel met de ingang is met tien speklagen uitgevoerd. De bakstenen van de westgevel lopen in de noordhoek-steunbeer door. Deze is dus geïntegreerd. Oorspronkelijk bevond zich in de westgevel één groot raam, dat met de komst van een orgel is in 1853 vervangen door twee kleine zijramen, die in 1953 toch weer tot één raam in het midden zijn vervangen. De zuidelijke zijbeuk kent steunberen die vóór de verhoging (1651) bij de bouw van de zijbeuk (1510) zijn aangebracht, omdat deze korter dan het dak zijn. Op de hoek is één steunbeer overhoeks aangebracht.  In de oorspronkelijke maaskeien noordmuur bevindt zich de oorspronkelijke noordingang.  De gotische spitsboog ramen van de apsis kennen een bewogen geschiedenis. Soms waren zij open soms dicht. De vijf ramen hebben een  boogfries onder dakgoot, rustend op gebeeldhouwde kraagsteentjes. Vijf halfrond gesloten koorvensters zijn overspannen met blinde driepasbogen met fleurons als beëindiging van de binnnenwaarts gerichte knikken. Deze driepassen rusten op lisenen met imposten. De vensters zijn vergroot op het middelste na. Hier rust de boog op twee ranke halfzuiltjes, zonder schachtringen. Het volgt daarmee de belangrijkheid van het centrale gewelfschildering van de Driekoningen. Tegen de trapgevels aan de oostzijde zijn twee gevelstenen aangebracht die betrekking hebben op kasteelheer Nicolaas Breyll (“N-B 1651”) respectievelijk pastoor Nicolaas Nagel (“N-N 1651”). De noordmuur is nog in originele staat met maaskeien. De oorspronkelijke noordingang is nog zichtbaar. De toren kent drie schietgaten. Het kruis op de toren is dubbel uitgevoerd.

 

Kerk Salvius Limbricht (FKG)
Kerk Salvius Limbricht (FKG)
Kerk Salvius Limbricht (FKG)

Interieur: De gewelfschilderingen zijn bij de restauratie van de kerk in 1977 ontdekt onder twintig lagen witkalk en in ongeveer drie jaar arbeid blootgelegd door restaurateur Evert Schoonekamp (1984). Ze omvatten de jeugdcyclus van Jezus en de verlossingscyclus en zijn vanwege hun herkomst uit de dertiende eeuw en door hun compleetheid uniek in Nederland. Zij zijn aangebracht in “secco”-techniek, op “droge” achtergrond  i.t.t. “fresco”-techniek die op natte ondergrond wordt aangebracht.  De jeugdcyclus wordt in de zeven velden van de apsis weergegeven en betreffen de boodschap van de engel Gabriël aan Maria (twee velden), de geboorte van Jezus, de verering door de Driekoningen, de boodschap aan de herders, de vlucht naar Egypte en de kindermoord. Opvallend is de centraalstelling van Driekoningen, nog vóór de boodschap aan de herders. Waarschijnlijk houdt deze centraalstelling verband met Keulse invloeden. De jeugdcyclus wordt afgesloten met een (omgekeerd) achtste veld in de koortravee: de kroning van Maria in de hemel. De verlossingscyclus in de koortravee omvat Hemelvaart, Laatste Oordeel, Hellemond, Hemelpoort. Ondanks de zware beschadiging, kan toch de bedoelde schildering worden ‘bedacht’ aan de hand van resterende fragmenten. Het tabernakel van het barokke hoofdaltaar (“altare privilegiatum”) staat thans in de zijbeuk; in 1787 zijn Maria- en Anna-altaren gerenoveerd (“renovatum”) en in 1989 terug geplaatst op hun oorspronkelijke plaats. In de noordmuur van het koor is nog het oorspronkelijk tabernakel te zien. Het orgel is door pastoor Page in 1803 verworven uit het klooster “Agnetenberg” in Sittard, dat daar geplaatst was door Brammertz uit Kornelimünster (1700).  De Maastrichtse Joseph Binvignat plaatste het orgel in het oude Salviuskerkje. Verschueren uit Heythuisen restaureerde het in 1989. Het orgel wordt hans internationaal geroemd. De eikenhouten preekstoel (1528) met de vier lindenhouten kerkvaders (Gregorius, Augustinus, Ambrosius en Hiëronymus) stamt uit het klooster Nazareth in Geldern. De schilderijen van Thomas Gouverne (1739-1812) zijn in opdracht van pastoor Page gemaakt. Het Rochus-schilderij is een spiegelbeeldig kopie van het origineel in de Maartenskerk in Aalst.  Sint Salvius is afgebeeld in een zandstenen beeld met stier (Ton Mooy, 2001). De communiebank (1835) is na haar vondst in de kelder van Bisschoppelijk College te Sittard gerestaureerd terug geplaatst.  De gerestaureerde koorbanken stammen uit het Penitentinnenklooster te Heinsberg en zijn door pastoor Page verworven. De gerestaureerde biechtstoel (XIXe) met beeltenissen van Petrus en Maria Magdalena heeft na 1923 tijdelijk in de Augustijnenkerk in Maastricht gestaan. De doopkapel kent reliëfs van de doop van Jezus in de Jordaan door Johannes de Doper.  De memorietafel tegen de noordwand van het koor is een grafsteen dat Elisabeth van Breijl heeft laten maken.

Cultuurhistorie: Kerkje was “eigenkerk” van de kasteelheer, die ook het benoemingsrecht had. Het fungeerde tevens als parochiekerk. In 1922 is parochiekerk-functie verplaatst naar nieuwe Salviuskerk, waarna het Oude Salviuskerkje steeds meer in verval raakte. Stichting Kasteel Limbricht heeft na aankoop in 1961 de restauratie geïnitieerd. Het Oude Salviuskerkje kende een “doodstrijdbroederschap” waarvan de leden onderling baden voor elkaars zielenheil ten tijde van hun sterven. Het Oude Salviuskerkje staat (stond) volgens Wikipedia op de lijst van “top-100-Unesco-monumenten” in Nederland. 

Wat is HIS?

HIS staat voor Historische Impuls Sittard-Geleen-Born en vormt de eerste drie letters van ‘historie’. HIS is de digitale geschiedenisbeschrijving van de gemeente Sittard-Geleen. Het is een initiatief van de Vereniging Sittards Verleden en is inmiddels ‘geadopteerd’ door de Federatie Historie Sittard-Geleen-Born.

Lees verder >