RM16046 Geleen - Geenstraat 3 : Huis Corten
Opgetrokken uit baksteen om een binnenplaats.
Het hoofdgebouw heeft aan de straat een puntgevel met sieranker en het ankerjaartal 1751, en aan de achterzijde ankers met 1644.
Poortvleugel met fronton; poort dichtgemetseld.
Locatie: Geenstraat 3, Geleen
50° 58' 34" NB, 5° 49' 41" OL
Rijksmonument: 16046
Kadaster: GLN00-A-10425
Bouwstijl: Traditioneel
Bouwhistorie: In 1660 kocht Leonard Corten een vakwerkboerderij aan de Geenstraat, zoals er toentertijd in deze contreien vele gestaan moeten hebben. Als destijds ook deze boerderij verbouwd zou zijn, verklaart dit ook de aanwezigheid van de twee kelders. De aanzet van de oude trappen naar deze kelders zijn nog aanwijsbaar aanwezig. Ook elders zijn bij graafwerkzaamheden nog resten aan van oude fundamenten aangetroffen. Deze bestonden deels uit mergelblokken en deels uit veldbrandsteen. Het is zeker niet ondenkbaar dat deze twee kelders verbonden waren door een verbindingsgang. Oude muurresten zijn hiervan nog aanwezig en de fundering is plaatselijk onderbroken. Na de brand in 1744 wordt het huis verbouwd. De achtergevel vertoont architectonisch veel gelijkenis met de gevel van het kerkje in Sweikhuizen dat uit 1739 stamt. Er zijn ankerijzers “ANNO 1744” aangebracht. Deze ankerijzers zijn samengesteld uit ankers van diverse ankersmeden. Een meestersmid uit die tijd signeerde zijn ankers door middel van inkervingen op de achterkant. Dit zou betekenen dat het ene anker ouder is dan het andere. Vermoedelijk zijn ook ijzers van vroegere datum samen met nieuwere opnieuw gebruikt in 1744. Aan weerszijden van de poort lopen duidelijk twee verticale bouwnaden. Vermoedelijk zijn tijdens de modernisering de bouwsels aan weerszijden van de poort circa één meter verhoogd. Opvallend is ook de verticale bouwnaad aan de courzijde. Deze bouwnaad loopt van de begane grond tot aan de dakgoot. De ankerijzers voor het tweede gedeelte zitten ook zo'n 30 cm hoger dan het eerste gedeelte. Ook dit wijst op een duidelijk leeftijdsverschil. Het is de vraag of de geveltop van het hoofdgebouw altijd spits toelopend is geweest. Het is niet uitgesloten dat deze aanvankelijk meer klokvormig was. Zeker is dat het hoofdgebouw een leiendak heeft gehad en dat de ramen smaller waren. De grote hoeveelheden dunne glasresten, alle van dezelfde groene kleur, wijzen op een glas-in-loodzetting. Waarschijnlijk waren dit tweedelige ramen met een bovenen benedengedeelte. Later werden bij de vermoedelijke restauratie door Mr. Peter Swart de ramen vergroot in de vorm waarin ze zich nu nog bevinden. Echter wel met uitzondering van de vierzolderramen, die duidelijk van ouder zijn en zich thans nog in de meest oorspronkelijke staat bevinden. In 1751 wordt de hoofdingang door de poort gevormd. Opvallend zijn verschillen in de constructie van de linker en rechter dakgoot. Initialen van de bouwers zijn op de voorgevel in smeedijzer aangebracht RC = Reinier Corten PG = Petronella Gadé
Exterieur:
Bijzonderheden: Initialen bouwers op voorgevel in smeedijzer.