Monumenten

Obbicht & Papenhoven Gemeentelijk monument Commercieel Woonhuis

GM011 Obbicht - Maasstraat 37 : Boerderij

Voormalige boerderij uit het derde kwart van de negentiende eeuw met een gepleisterde eclectische voorgevel.  

Locatie: Obbicht, Maasstraat 37
51° 1' 34" NB, 5° 46' 33" OL

Gemeentelijk monument: 011
Kadaster: OBT00-B-4057

Bouwstijl: Eclecticisme 

Bouwhistorie: Volgens de veldminuut van 1842 is in het gebied van de latere Maasstraat nog geen bebouwing aanwezig. Het huidige gebouw met zijn gepleisterde eclectische vormen dateert waarschijnlijk van rond 1860. Links van de voorgevel bevindt zich nu een ‘steunbeer’ in het vlak van de gevel. Het doorlopen van de geprofileerde afzaat van de plint over deze steunbeer wijst er op dat hij ooit deel uitmaakte van de architectuur van de voorgevel en waarschijnlijk de rest is van een oorspronkelijke poort naar het achterterrein. Aan de achterzijde van de steunbeer lijkt de sponning van de poortdeuren nog aanwezig. Om die reden is links de zijgevel ook geheel ongepleisterd, dit in tegenstelling tot de rechter zijgevel, waar een strook pleisterwerk het rijke beeld van de voorgevel ondersteund. Links was dit niet nodig omdat de poort het metselwerk daar van de straat gezien aan het oog onttrok. Daarbij moet bedacht worden dat oorspronkelijk het ongepleisterde metselwerk, in tegenstelling tot de huidige situatie, niet geschilderd was.  Rechts herinnert een strook veldkeitjes langs de zijgevel nog aan een vroegere situatie, waarbij het huis hier nog geen dakgoot had. De voor het huis liggende stoep van kinderhoofdjes, die klaarblijkelijk tot het perceel behoort, lijkt van recente datum.  

Exterieur: Het object is gelegen in een gebied tussen de oude dorpskern en de Maas, dat sinds de negentiende eeuw bebouwd is geraakt. Het betreft een vrijstaand pand op een ruime verkaveling, gelegen in de rooilijn.  De bouwmassa bestaat uit een hoofdhuis met een aanbouw aan de achterzijde. Het hoofdhuis heeft een rechthoekige plattegrond met twee bouwlagen en een zadeldak haaks op de weg. De aanbouw is één bouwlaag hoog en heeft een lessenaardak dat aanloopt tegen de achtergevel van het hoofdhuis.  Het zadeldak van de hoofdbouwmassa is gedekt met rood-bruine opnieuw verbeterde Hollandse pannen en voorzien van zinken mastgoten. In elk dakvlak is zowel een dakraam als een gemetseld schoorsteenkanaal opgenomen.  Het pand is opgetrokken met metselwerk in kruisverband en platvol gevoegd. De voorgevel en de aansluitende strook van de rechter zijgevel ter breedte van ongeveer anderhalve meter is gestuct, de voorgevel in rijke vormen. Het hele huis is gebroken wit geschilderd met in de voorgevel beige accenten en een zwarte plint.  De voorgevel is symmetrisch van opzet en heeft een topgevel in de vorm van een zogenaamde ‘schoudergevel’ met tussen de basis en de top aan elke zijde twee schouders. De aanzetten, schouders en vlakke geveltop zijn verbonden door vloeiende lijnen in de vorm van omgekeerde ojieven. De gevelcontour wordt versterkt door een doorlopende, uitkragende en geprofileerde deklijst. Op de top en de gevelaanzetten staan (waarschijnlijk natuurstenen) vazen in de vorm van bollen. Aan de onderzijde heeft de gevel een vlakke, iets uitstekende plint met een geprofileerde afzaat. Het vlakke gedeelte is zwart geschilderd. Links en rechts begrenzen geornamenteerde lisenen, die heel in de verte nog aan pilasters doen denken, de voorgevel. Links van de linker hoekliseen is nog een stukje muur aanwezig in de vorm van een ‘steunbeer’ dat tot de nu verdwenen poortdoorgang behoorde. Aan de onderzijde staan de lisenen zonder enige versiering op de afzaat van de plint. De schachten zijn versierd met gestileerde ‘bolle cannelures’. Aan de bovenzijde heeft de liseen een vlak ornament met een Lodewijk XIV–lijstje.  Het oppervlak van de gevel bestaat uit een blokpleister waarbij alleen de lintvoegen zijn aangegeven. De momenteel geheel geschilderde afwerking maakt het onmogelijk vast te stellen in hoeverre alleen sprake is van metselwerk met een stuclaag, of dat ook nog natuurstenen onderdelen aanwezig zijn.  De gevel is vier vensterassen breed en heeft zowel op de begane grond als de verdieping vensters, boven kleiner dan beneden. De rijke decoratie rondom de vensters is deels ontleend aan de klassieke oudheid, deels aan de vormentaal van de vroege achttiende eeuw (Lodewijk XIV) en deels van eigen vinding van de maker. Alle vensters hebben een geprofileerde vensterbank en een eveneens geprofileerde rechthoekige omlijsting rond de iets verdiept liggende vensters. De vensters op de begane grond hebben nietoorspronkelijke, zesruits houten ramen (2,3), waarschijnlijk draairamen, binnen eveneens houten kozijnen. Alle vensters hier hebben aan de onderzijde het voor de vroege achttiende eeuw karakteristieke motief van twee naar elkaar toegewende ojieven met voluten dat traditioneel werd toegepast als bovenbeëindiging, zowel binnen de architectuur als de meubelkunst. Hier is dit motief echter op zijn kop zijn toegepast. De middelste vensters hebben frontons in meer klassieke zin, de buitenste twee met een achttiende-eeuwse verwerking daarvan. In alle gevallen aangevuld met niet-historische elementen en versieringen.  De opzet van de vensters op de verdieping is gelijk aan die op de begane grond, alleen de indeling verschilt: hier zijn twee smalle hoge ruiten aanwezig (2,1). Van de vier vensterbekroningen zijn de binnenste varianten op de beide buitenste onder, met een versiering in de ‘boogvulling’ in de vorm van een vlak schild met halve lauwerkrans, nu beige geschilderd. De buitenste vensters op de verdieping hebben alleen sluitstenen in de profilering van de bovenregel, met een florale versiering. Alle vensterbanken op de verdieping hebben aan de onderzijde een versiering met twee blokjes. Een typisch renaissance-motief dat we ook kennen van de klosjes die in de achttiende eeuw in ZuidNederland onder de wisseldorpels van schuifvensters werden aangebracht. Ze zullen zijn ontleend aan de trigliefen van de Dorische bouworde.  In de geveltop tenslotte is een liggend oeil-de-boeuf aangebracht met een omvattende profiellijst die overeenkomt met die van de overige vensters. Hier zijn ook vier rechte  muurankers zichtbaar die meeklimmen met de achterliggende daklijn en een rijker anker in de vorm van een kruis onder de geveltop.  

Voormalige boerderij Maasstraat 37 Obbicht (FKG)
Voormalige boerderij Maasstraat 37 Obbicht (FKG)

Bijzonderheden: Het rijke stucwerk van de voorgevel.  

Wat is HIS?

HIS staat voor Historische Impuls Sittard-Geleen-Born en vormt de eerste drie letters van ‘historie’. HIS is de digitale geschiedenisbeschrijving van de gemeente Sittard-Geleen. Het is een initiatief van de Vereniging Sittards Verleden en is inmiddels ‘geadopteerd’ door de Federatie Historie Sittard-Geleen-Born.

Lees verder >