GM196 Sittard - Parklaan 36 : Woonhuis
Het pand is gelegen in een vroeg twintigste-eeuwse uitbreidingswijk aan de rand van de historische stadskern van Sittard. Het betreft een vrijstaand pand op ruime verkaveling.
Locatie: Sittard, Parklaan 36
50° 59' 42" NB, 5° 51' 47" OL
Gemeentelijk monument: 196
Kadaster: STD00-D-3464
Bouwstijl: Traditionele bouwstijl met eclectische elementen
Bouwhistorie: Vrijstaande villa "Klein Hemersbach" daterend rond 1925. Het pand is in de periode omstreeks 1942-1945 gerestaureerd.
Exterieur: Het pand is gelegen in een vroeg twintigste-eeuwse uitbreidingswijk aan de rand van de historische stadskern van Sittard. Het betreft een vrijstaand pand op ruime verkaveling, terug liggend van belending. Het pand bestaat uit een woonhuis met een achterbouw en een één laags aanbouw onder een plat dak aan de linker zijde. Het woonhuis heeft een vierkante plattegrond en omvat twee bouwlagen onder een met pannen gedekt tentvormig mansardedak. De achtergevel, de zijgevels en achterbouw zijn niet beschreven. Het tentvormig mansardedak van het huis is gedekt met antracietkleurige Tuiles du Nordpannen en voorzien van een eenvoudige zinken mastgoot bevestigd aan het da overstek. De top is gesierd met een piron. Boven de rechter zijgevel is een hoge, gemetselde schoorsteen. Het voorste dakvlak wordt in het midden door een originele dakkapel doorbroken. Deze heeft een gebogen afdekking (serliana) en twee houten raamvleugels, die met het dakvlak meebuigen. Het pand is opgetrokken in roodbruine baksteen, gemetseld in kettingverband en platvol gevoegd. De voorgevel heeft een bakstenen plint en wordt aan de bovenzijde beëindigd door siermetselwerk met rode en gele verblendstenen onder het dak overstek. Centraal in deze strook bevindt zich pleisterwerk met daarop de naam van de villa geschilderd: ‘Klein Hemersbach’. Op de begane grond heeft de gevel links een entreeportiek en rechts een driezijdige, gemetselde erker. Het portiek onder een sierlijke, houten luifel in de vorm van een serliana, heeft aan de bovenzijde een gemetselde korfboog die aan weerszijden van de opening op lisenen van siermetselwerk is geplaatst. De oorspronkelijke houten voordeur in het portiek is bereikbaar via drie hardstenen treden en heeft twee zijlichten. De voordeur heeft een smeedijzeren hekje voor een deurraam. Het bovenlicht en de zijlichten zijn voorzien van eenvoudig glas-in-lood. De driezijdige erker heeft een met leisteen gedekt, driezijdig dak, de hoeken van de erker zijn geaccentueerd met rode verslensten. In ieder muurvlak van de erker is een hoog venster met een houten raam. Het raam heeft een ongedeeld beneden raam en een bovenlicht met glas-in-lood. De openingen zijn aan de bovenzijde voorzien van een gemetselde strekse boog en aan de onderzijde van een gemetselde rollaag. Op de eerste verdieping heeft de gevel vier vensteropeningen met oorspronkelijke houten ramen. Aan de linker zijde zijn twee smalle ramen met bovenlicht en rechts twee bredere T-ramen met bovenlicht en openslaande raamvleugels. In de bovenramen zit gekleurd glas-in-lood gevat. De vensteropeningen zijn voorzien van een strekse boog en een bakstenen onderdorpel.
Bijzonderheden: De luifel boven de entree, de leibedekking van de erker, het siermetselwerk met verblendsteen onder de goot, de dakkapel in de voorgevel alsmede de oorspronkelijke ramen en deuren.