Monumenten

Religieus Sittard Rijksmonument

RM521569 Sittard - Geldersestraat 26: Klooster, Pensionaat

Voormalig klooster met kapel en pensionaat genaamd Mariahof, gebouwd in 1936-1937 in een traditionele stijl naar een ontwerp van architect Jos. Wielders te Sittard. 

Locatie: Sittard, Geldersestraat 26
51° 0' 28" NB, 5° 51' 56" OL

Rijksmonument: 521569
Kadaster: STD00-K-4064

Bouwstijl: Traditioneel

Bouwhistorie: Voormalig klooster met kapel en pensionaat genaamd Mariahof, Gebouwd in 1936-1937 in een traditionele stijl naar een ontwerp van  architect Jos. Wielders te Sittard. Het pand is gesitueerd in lengterichting ten opzichte van en aan de westzijde van de Geldersestraat, tegenover de R.K. Kerk van het H. Hart. Dwars tegen de achterzijde van de zuid-vleugel bevindt zich de uit 1925 daterende S. Jozefschool.

Exterieur:  Voormalig klooster met kapel en pensionaat op een uit twee vleugelssamengestelde plattegrond, waarbij de noordelijke vleugel onder een schuine hoek aansluit op de zuidelijke vleugel. Dwars op de achter-gevel van de noodvleugel is de kapel gebouwd. Het gebouw is ten dele voorzien van een souterrainverdieping en telt overwegend twee bouwlagen. Het geheel wordt gedekt door in nokhoogte variërende zadeldaken, waarbij het dak boven de drie lagen tellende entreepartij van de zuidvleugel is verhoogd en het zadel-dak van de noordvleugel enigszins is verlaagd ten opzichte van de zuidvleugel. De kapel wordt eveneens gedekt door een zadeldak, waarbijde nokhoogte van het koor ten opzichte van het schip is verhoogd. Op hetverhoogde koordak een kleine klokkenstoel. Hollandse pannen. Dakkapelreeksen op de vooren achterdakvlakken. Luifelgoten annexoverstek op consoles. Enkele hoge schoorstenen op het achterdakvlak. De buitengevels zijn opgetrokken in rode baksteen, gemetseld in ketting-verband.  De oostgevel van de zuidelijke vleugel, gelegen aan de straatzijde, is asymmetrisch ingedeeld. Een verhoogd, enigszins vooruit-springend entreevolume van drie vensterassen over drie bouwlagen, waarnaast aan de zuidzijde een volume van drie vensterassen over twee bouwlagen, aan de noordzijde een volume van vijf vensterassen over twee bouwlagen. Het symmetrisch ingedeelde entreevolume heeft in de eerste bouwlaag een dubbele rondboogvormige houten paneeldeur, verdiept in een trapsgewijs uitgemetseld rond portiek. Aan weerszijden een rechthoekig houten vensterkozijn, oorspronkelijk voorzien van een kruisvormige indeling. In de tweede bouwlaag drie rechthoekige houten kruiskozijnen; in de derde laag, hoog onder het dak overstek, een in de  zijgevels doorlopende reeks van twaalf rechthoekige ongelede houten vensterkozijnen. In de eerste laag van het terug liggende zuidelijke geveldeel drie uitgebouwde rechthoekige erkers, voorzien van een rechthoekig kruis-kozijn en zijvensters met bovenlicht. Boven deze erkers een doorconsoles ondersteunde betonnen vloer, waarop zich het doorlopende balkon van de tweede laag bevindt. Hiertoe geven drie rechthoekige houten deuren toegang, geplaatst in een rechthoekig kozijn met zijen bovenlichten. De balkons worden per as van elkaar gescheiden door tussenschotten en zijn voorzien van een bakstenen borstwering, waarop een smeedijzeren hekwerkje. Het vijf assen tellende noordelijke geveldeel is op identieke wijze ingedeeld. De zuidelijke zijgevel is, behoudens een rechthoekig houten topgevelvenster, nagenoeg blind. De op het westen gelegen achtergevel van de zuidelijke vleugel wordt in het zuidelijke deel gedeeltelijk aan het oog onttrokken door het bouwvolume van de St. Jozefschool. Bezuiden de school in zowel de eerste als de tweede laag een recht-hoekig verticaal ingedeeld houten venster, waarnaast een smal recht-hoekig ongeleed houten venster. Boven de dak hoogte van de St. Jozef-school, hoog onder het overstek van de zuidelijke kloostervleugel, een reeks rechthoekige verticaal ingedeelde vensters. Benoorden het schoolvolume de achtergevel van het verhoogde entree-volume, in de eerste laag voorzien van een uitgebouwde veranda met plat. De oorspronkelijke indeling van de hierin geplaatste rechthoekige vensteren deurkozijnen is verdwenen. In de tweede laag een aanzienlijk rechthoekig trappenhuisvenster met glas-in-lood en kleine roede-verdeling. Hiernaast een rechthoekige houten deur, waarlangs het plat van de veranda bereikbaar is. Direct boven de goothoogte een aaneen-gesloten reeks van vijf dakkapellen.Het noordelijke achtergeveldeel van de zuidvleugel is in de eerste éntweede bouwlaag voorzien van een centraal geplaatst rechthoekigdubbel houten kruiskozijn, waarnaast aan beide zijden drie rechthoekigehouten kruiskozijnen. Aan de noordzijde van deze vensterreeksen in beide lagen drie kleine rechthoekige houten vensters. De vleugel wordtaan de noordzijde beëindigd door een afgeschuinde hoekoplossing,waarin in de eerste laag rechthoekige houten kruiskozijnen, in de tweede laag rechthoekige houten T-vensters. De noordoostgevel van de noordelijke vleugel, gelegen aan de straatzijde, is asymmetrisch ingedeeld. De verbinding met de zuidelijke vleugel wordt gevormd door een uitgebouwd, afgeschuind bouwvolume van twee lagen onder plat, met in elk gevelvlak twee rechthoekige houten vensters met bovenlicht. Beide bouwlagen in de noordoostgevel hebben een vierkant houten vierruits venster, waarnaast een reeks rechthoekige houten kruiskozijnen met horizontaal ingedeelde glaspanelen. In de eerste bouwlaag wordt deze vensterreeks onderbroken door een uitgebouwde entreepartij onder zadeldak. In deze entreepartij een rondboogvormige dubbele houten deur, geplaatst in een trapsgewijs uitgemetseld portiek. In de aan weers-zijden uitkragende topgevel een spitsboogvormige nis. De gevel wordt  aan de noordzijde beëindigd door een gevelvlak met een rechthoekig houten kruiskozijn waarin horizontaal ingedeelde glaspanelen. De noordelijke kopgevel van de noordvleugel heeft in de eerste laag drie rechthoekige vensters met bovenlicht; in de tweede laag, hoog onder het overstek, een rond venster; in de kopgevel een rechthoekig, dubbel verticaal ingedeeld houten zoldervenster met dubbele horizontale roedeverdeling in de glaspanelen. In de noordgevel van de trapsgewijs in hoogte oplopende, deels van een balkon voorziene achtergeveluitbouw bevinden zich twee rechthoekige houten zesruits vensters. Dwars tegen de achtergevel van de noordelijke vleugel, in de as van de voorgevelentree, is de kapel gebouwd. Tussen achtergevel en kapel een verbindingsvolume van twee lagen onder plat, in de zuidgevel voorzien van rechthoekige, dubbel verticaal ingedeelde vensters; in de noordgevel van een aanzienlijk rechthoekig trappenhuisvenster met kleine roedeverdeling, waaronder een rechthoekig venster met dubbele verticale indeling. De kapel, met een ten opzichte van het verhoogde koor aan weerszijden uitgebouwd schip, heeft in de zuidgevel drie vensterassen met driegewijs gekoppelde spitsboogvormige schipvensters. Onder de vensters van de middenas een licht risalerend, blind volume. Hoog onder het dak overstek van het verhoogde koor een reeks van zes spitboogvormige glas-in-loodvensters met dubbele horizontale indeling. Aan de noordzijde van de kapel heeft het schip een zijbeuk van één laag onder plat en een aan het koor uitgebouwde kruisarm van één laag onder zadeldak. In het schip twee assen, elk met drie gekoppelde spitsboogvensters met dubbele horizontale indeling. In de zijbeuk en de kruisarm drie rechthoekige houten vensters, inclusief horizontale roedeverdeling. Daarnaast heeft de kruisarm nog drie gekoppelde, in hoogte variërende spitsboogvensters met horizontale indeling en glas-in-lood. Ook in de noordgevel is het koorgedeelte  voorzien van een reeks van zes spitsboogvormige glas-in-loodvensters met dubbele horizontale indeling. De westgevel van de kapel is, behoudens een rechthoekig venster in de kopgevel van het verhoogde koor, geheel blind. Dwars tegen de westgevel van de noordelijke kruisarm is thans een uitbreiding van één laag onder zadeldak gerealiseerd. Het aan de zuidzijde van de kapel vrij gebleven achtergevelvlak van de noordvleugel telt drie vensterassen, met in beide bouwlagen rechthoekige, verticaal ingedeelde vensters. Deze zijn ten dele voorzien van horizontaal ingedeelde glaspanelen. Tegen het achtergevelvlak benoorden de kapel is een aanzienlijke aanbouw van een bouwlaag onder plat gerealiseerd, waarvoor de eerste laag van de oorspronkelijke achtergevel grotendeels is doorgebroken. In de tweede bouwlaag zijn rechthoekig verticaal ingedeelde vensters toegepast. De oorspronkelijke uitbouw met balkon aan de achtergevel was volgens het ontwerp toegankelijk via een rechthoekige dubbele houten deur met bovenlicht en kruisvormig ingedeelde zijlichten.

Geldersestraat 26 Sittard - Klooster, Pensionaat
Geldersestraat 26 Sittard - Klooster, Pensionaat
Geldersestraat 26 Sittard - Klooster, Pensionaat
Geldersestraat 26 Sittard - Klooster, Pensionaat

Interieur: De Mariahof is wat betreft de hoofdstructuur van het interieur, bestaand uit een lange kloostergang waarop de voormalige verblijfs-ruimten uitkomen, redelijk gaaf bewaard gebleven. In dit interieur is met name de hal met het trappenhuis van belang, waarin twee ronde  gebrandschilderde glas-in-loodvensters van Lily Wielders. De kapel achter de noordvleugel is tot vergaderruimte verbouwd, tussen schip en koor is een muur geplaatst; het koor is als archiefruimte in gebruik.

Bijzonderheden: Het voormalig klooster Mariahof met kapel en pensionaat is van cultuur-historische waarde als bijzondere uitdrukking van de sociaal-maatschap-
pelijke en geestelijke ontwikkeling in de Mijnstreek in de eerste decenniavan de twintigste eeuw.

Opmerkingen: Het object verkeert qua onderhoud in een slechte toestand.

Wat is HIS?

HIS staat voor Historische Impuls Sittard-Geleen-Born en vormt de eerste drie letters van ‘historie’. HIS is de digitale geschiedenisbeschrijving van de gemeente Sittard-Geleen. Het is een initiatief van de Vereniging Sittards Verleden en is inmiddels ‘geadopteerd’ door de Federatie Historie Sittard-Geleen-Born.

Lees verder >