Slag aan de Kemperkoul
Kanonnen in de Kemperkoul! De boeren van Broeksittard wisten niet wat ze zagen, toen ze in de ochtend van 24 maart 1543 naar het veld trokken. Het was 'stille zaterdag', de dag vóór Pasen, maar het zag er niet naar uit dat het stil zou blijven. Het verhaal ging dat de legers van keizer Karel en de hertog van Gelre slag zouden gaan leveren; maar dan bij ons, in de Kemperkoul? Het vervoer van de zware kanonnen met tientallen paarden bood een ongekend schouwspel. En dan die kogels, wat een kanjers! Die wogen minstens twaalf kilo. Wat stond er te gebeuren?
Machtsconcentratie
Al jaren probeerde keizer Karel V (1500-1558) het hertogdom Gelre in te lijven bij zijn Habsburgse Nederlanden. Maar Gelre wilde zelfstandig blijven en tartte de keizer zelfs met rooftochten in diens gewesten. Toen de hertog van Gelre in in 1538 kinderloos stierf, kozen de Gelderse staten voor een sterke opvolger: de rijke hertog Willem V van Gulik, die ook Kleef, Berg, Mark en Ravenstein bezat. Die keuze was helemaal tegen het zere been van de keizer, want een machtsconcentratie langs de Rijn vormde een bedreiging van zijn gezag in de Nederlanden. Dat de hertog ook nog lutheraan wilde worden en zich bij het verbond van protestantse Duitse vorsten wilde aansluiten, vergrootte de spanning eens te meer. Hertog Willem V voorzag een confrontatie. Uit voorzorg versterkte hij de vestingwerken van Sittard, dat tot zijn hertogdom Gulik behoorde. In 1542 brak de oorlog daadwerkelijk uit. Na een beleg van vier dagen namen Habsburgse troepen onder leiding van veldheer René van Chalon op 18 oktober Sittard in. Zij plunderden de stad, staken het raadhuis in brand en vernielden de vestingwerken. Van Sittard werd ‘ein dorp gemaeckt’. Daarna vertrokken de soldaten naar hun winterkwartier, hun verblijfplaats gedurende de koude en donkere maanden.
De winter was een ongunstige tijd om een gevecht te leveren. De strijdende partijen kwamen een tijdelijke wapenstilstand overeen. Die duurde van 1 november 1542 tot 1 maart 1543. Tijdens het bestand keerden de soldaten van de hertog terug naar het desolate Sittard, en ‘hebben sy die stat weder sterker gemaeckt dan te voeren’.
Voetvolk, ruiters en kanonniers
In het vroege voorjaar van 1543 kwam de keizerlijke aanvoerder Filips II van Croÿ met een troep huursoldaten vanuit Heinsberg naar Sittard om het stadje opnieuw in te nemen. Een leger van voetvolk, ruiters, kanonniers en buskruitmakers sloeg in Broeksittard en Wehr een kamp op. Willem de Rijke, de hertog van Gelre en Gulik, had bij Roermond zijn troepen verzameld en trok eveneens naar Sittard. Beide legeraanvoerders waren vastberaden om slag te leveren.
Elk leger telde pakweg zevenduizend soldaten. Zo'n troepenmassa opstellen in het moerassige gebied bij Broeksittard was geen kleinigheid. De snijdende koude voorjaarswind, regen en hagel waren extra onaangename omstandigheden. De Guliks-Gelderse troepen onder leiding van Diederik Hoen vochten met de wind in de rug. De soldaten van Karel V, die al enkele belegeringen in de benen hadden, hadden de snerpende wind vol in het gezicht. Een eerste aanval door de Gelders-Gulikse cavalerie mislukte, doordat de ruiters onbekend waren met het moerassig gebied. Ze werden richting Tuddern gedreven. De ruiterij van Karel, met vierhonderd paarden meer dan die van Gulik, rook de overwinning en bleef de ruiters van de hertog achtervolgen. Hun infanterie en het wagenkamp bleven onbeschermd achter op het slagveld. De overige Gulikse legeronderdelen zagen toen kans de kanonnen te veroveren en de wagens van de tegenstanders te plunderen. Zo wonnen de Gulikers buiten verwachting de slag.
Ongeveer zeshonderd Sittardenaren hebben meegevochten aan de kant van de hertog. Ruim vierduizend soldaten kwamen om. Ook veel edellieden lieten het leven. Aan Gulikse zijde overleefden vijfhonderd paarden het gevecht niet.
Het was een mooie, legendarische overwinning voor Willem de Rijke. Maar het bleek ook een Pyrrusoverwinning, een zege die hem feitelijk meer verlies dan winst opleverde.
Onverteerbaar
Keizer Karel vond het verlies onverteerbaar. Hij gaf zijn soldaten toestemming om in het Gulikse te gaan plunderen, verkrachten en moorden. Vreselijke verhalen over wreedheden in Düren snelden het leger vooruit. Toen die de Sittardse magistraten ter ore kwamen, zagen ze maar één oplosing om dergelijke gruwelijkheden in hun stadje te voorkomen. Ze trokken naar Wassenberg om daar de keizer de sleutels van de stad aan te bieden.
Uiteindelijk moest Willem V van Gulik-Kleve-Berg zich aan de keizer onderwerpen. Dit gebeurde op 6 september 1543 in Venlo. Hij moest Gelre aan de keizer afstaan, maar zijn andere landen mocht hij behouden.
In een historielied is een echo van de overwinning te beluisteren:
Wat newes willen wy heven an, Wat nieuws willen wij vertellen,
Dat vor Zittart is gescheet, over wat voor Sittard is geschied,
Up einen Pasche avent als id quam, op een paasavond gebeurde het,
De Burgundischen lache dess nyet; de Bourgondiërs [keizer Karel en de zijnen] lachen dus niet.
Hedden se van dannen gebleven, Waren zij maar weggebleven,
Se hetten vyl besser gedayn; dan hadden zij daar beter aan gedaan.
Se wolden den Fürsten van Gelre verdryven Zij wilden de vorst van Gelre verdrijven,
User here Gott wolde es nicht han. maar onze heer God wilde daar niet aan.
In de tien navolgende coupleten van het historielied wordt duidelijk gemaakt dat de slag om de Kemperkoul bij Sittard werd gewonnen door de troepen van hertog Willem de Rijke. Dat hij de oorlog met keizer Karel V uiteindelijk verloor werd van Gulik-Gelderse zijde niet bezongen!
René Lauwers en Peter Schulpen
Voor meer informatie zie:
Ein Bericht und Zeittunge der ergangne Schlacht und Scharmützlen so der Hertzog Wilhelm zu Gulich und Gellern nahendt der Stadt Sittert am Osterabent gegen den Burgundischen erlangt und erovert hat. (gedrukte tekst, aanwezig in de Österreichische Nationalbibliothek.
P.Th.A. Dohmen, ‘De slag aan de Kempekoel bij Sittard op den 24e Maart 1543’, in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 26 (1889) 441-452.
Th. Oberdorf en A, Jonkergouw, De slag aan de Kempekoel te Sittard (1975).
René Lauwers, ‘Schlagt vor Sittert. Enkele tot nu toe onbekende documenten met betrekking tot de slag in de Kempekoel in 1543’, in: Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold 18 (1997) 131-141.
Matthias Böck, Herzöge und Konflikt. Das spätmittelalterliche Herzogtum Geldern im Spannungsfeld von Dynastie, ständischen Kräften und territorialer Konkurrenz (1339-1543) (2013) 663-670.