Een Merovingisch grafveld
‘Opgravingen Kemperkoul wijzen uit: In Sittard woonden ook Merovingers’, zo kopte dagblad De Limburger op 27 mei 1982. Interessant, maar wie waren die Merovingers? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moeten we vele eeuwen terug in de tijd.
Van Romeinen naar Merovingen
Rond het jaar 450 kwam in West-Europa na circa 500 jaar een einde aan het Romeinse bestuur. Het was de uitkomst van een roerige periode, waarin het gezag van de Romeinen verzwakte, geld zijn waarde verloor en hele bevolkingsgroepen op zoek gingen naar een nieuwe omgeving om een bestaan op te bouwen. In onze streek werden vanaf de derde eeuw de oorspronkelijke Keltische bewoners geleidelijk verdreven door Germaanse stammen van de andere kant van de Rijn, die de grens ('limes') van het Romeinse rijk vormde. Na het vertrek van de Romeinen nam de stam van de Franken de macht over. Merovech, een Frankisch stamhoofd, stichtte een dynastie van koningen: de Merovingen. Deze Merovingische vorsten hadden van het einde van de vijfde tot halverwege de achtste eeuw de macht in handen. Hun voornaamste koning heete Clovis, die leefde van circa 461 tot 511. Clovis breidde het Merovingische rijk enorm uit en bekeerde zich tot het christendom.
Over de bewoners van onze regio ten tijde van de Merovingen (481-752) is weinig bekend. Wel is zeker dat in deze periode een groep mensen op de noordwesthelling van de Kollenberg woonde. In 1982 kwam, tijdens de aanleg van de nieuwe stadswijk Lahrhof, hun grafveld ter hoogte van de huidige Clovisstraat aan de opervlakte. Het Merovingische grafveld Kemperkoul/Lahrhof is van ongeveer 560 tot 700 in gebruik geweest.
Merovingische grafvelden
Soortgelijke grafvelden zijn ook in Obbicht, Echt en Stein blootgelegd. Merovingische grafvelden kunnen ons veel vertellen over het leven in die tijd. Hoe rijker en voornamer de begraven persoon was hoe meer grafgiften werden meegegeven. In mannengraven werden riemgespen, lansen, resten van schilden en steekwapens teruggevonden. De vrouwengraven onderscheidden zich door prachtige kralenkettingen. Archeoloog Mette Langbroek die materiaaltechnisch onderzoek naar dit soort kettingen verricht, heeft aangetoond dat de kralen van heinde en verre kwamen: van het Baltisch gebied tot het Midden-Oosten. Sommige kralen waren ouder dan andere en stamden uit de Romeinse tijd. Dit alles wijst op grote handelsnetwerken waarbinnen uitwisseling van grondstoffen, voorwerpen, technieken en wellicht ook (culturele en religieuze) ideeën plaatsvond.
Bij het Merovingisch grafveld Kemperkoul/Lahrhof is geen nederzetting aangetroffen. Deze zou dertig tot veertig inwoners moeten hebben geteld, verdeeld over een vijftal families. Zij zullen in vakwerkhuizen hebben gewoond, die maar een beperkte periode meegingen. Als akkers na enkele jaren waren uitgeput werden veelal iets verderop nieuwe woningen gebouwd. Waarschijnlijk is de nederzetting langzaam opgeschoven richting Haagsittard.
Merovingisch Haagsittard
Dicht bij de hoeve Haagsittard werden in 1990 sporen van een huis en twee graven uit de zevende eeuw gevonden. Een van deze graven was rijkelijk voorzien van grafgiften. Er kan niet met zekerheid worden aangegeven of er een verband is tussen het in 1982 ontdekte Merovingische grafveld in Kemperkoul/Lahrhof en de in 1990 opgegraven Merovingische bewonings- en begravingssporen bij Haagsittard.
Het meegeven van grafgiften is als ritueel uit onze samenleving verdwenen. Gesteund door de tot het christendom bekeerde Merovingische vorsten verrichtten monniken missiewerk en kregen de christelijke godsdienst en cultuur rond 700 een steeds grotere invloed op de samenleving. Dit veranderde ook de begraafcultuur, want christenen begraven hun doden zonder grafgiften en (tot voor enkele eeuwen) in of rond de kerk. Sporen van een kerkje zijn in Kemperkoul/Lahrhof en Haagsittard niet teruggevonden.
Een geliefde woonplek
Rond Haagsittard is wel enig aardewerk uit de achtste, negende en tiende eeuw teruggevonden, hetgeen duidt op continuïteit van bewoning in deze periode. In de elfde eeuw, maar vooral in de twaalfde eeuw ontwikkelde zich hier een echt dorpje. Duidelijk is dat het gebied Kemperkoul/Lahrhof-Haagsittard door de eeuwen heen een geliefd woongebied is geweest.
Het gebied werd al bewoond in de IJzertijd (800 - 50 vóór Christus), zo blijkt uit archeologisch onderzoek. Ook is er Romeins materiaal gevonden en bewoningssporen en gebruiksvoorwerpen vanaf circa 560.
Peter Schulpen
Voor meer informatie zie:
P. Zoetbrood, ‘Een Merovingisch grafveld te Sittard-Kemperkoul’, in: Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold 4 (1983) 149-155.
Henk Stoepker, ‘Haagsittard, archeologisch onderzoek van een middeleeuwse nederzetting’, in: Sittard. Uit bronnen geput, band 1 (1993) 39-48.
M. Kars, F. Theuws, M. de Haas, The Merovingian Cemeteries of Sittard-Kemperkoul, Obbicht-Oude Molen and Stein-Groote Bongerd (2016).