Verhalen

Kleurrijke bewoners Vertier en vermaak Televisie en computer Sittard

Teun, Teun, Teun

Veel Sittardenaren vonden hun stadgenoot Teun aanvankelijk maar een rare, 'ne flap. Na het theaterdebuut van Teun op 20 januari 1935 in de revue Haal dat erbij, tijdens een propaganda-avond van De Jonge Werkman, sloeg deze kritische houding om in waardering. Toon Hermans was een echte zoon van de stad, 'ne Zitterder om trots op te zijn.

In het begin van zijn carrière trad Toon op als imitator van Johan Buziau (1877-1958). Deze clowneske komiek was een inspiratiebron voor de drie grote van het naoorlogse Nederlandse cabaret: Wim Sonneveld, Wim Kan en Toon Hermans. Toon adoreerde hem: 'Toen ik hem voor 't eerste zag, was ik werkelijk totaal kapot. Ik heb die nacht niet geslapen’.

Lachen troef
Een maand na zijn revuedebuut stond Toon Hermans weer op het podium, in Ober Bayern tijdens de stadsrevue van carnavalsclub De Aanhauwtesch. Hij deed een pauzenummer: De Wereldreis. Dat was meteen raak. ‘Teun, Teun, Teun’ scandeerde het publiek. De theaterman Toon Hermans was geboren. Enkele maanden later richtte Toon zijn eigen Sittardsche Revuegezelschap op, met René Beckman als voorzitter en muzikale leider. Beckman raadde Toon aan zijn teksten in het Nederlands te schrijven om een breder publiek te bereiken. Het was de eerste stap op weg naar het Amsterdamse Carré. In zijn Sittardse periode schreef Toon niet minder dan zeventien revues. Hij was niet alleen tekstschrijver, maar ook regisseur, hoofdrolspeler, zanger en schilder van de decors.  De zalen waar Toon en zijn Sittardse artiesten optraden, waren steevast uitverkocht. 

De oudste overgeleverde revuetekst van Toon Hermans 'Doe je mee ...?' is van 25 januari 1935. Deze revue is echter nooit opgevoerd. De tekst wordt bewaard in de archiefbewaarplaats van de gemeente Sittard-Geleen.
In mei 1935 bracht het Sittardsch Revue Gezelschap een bonte avond op de planken onder het motto 'Leve de pret'. Publiek en lokale pers waren enthousiast over het optreden van Toon. Zijn moeder kwam niet kijken; 'ze had weinig fiducie in het artiestengedoe van haar zoon', aldus Toons biograaf Jacques Klöters.
Op 20 en 21 oktober 1935 had het Sittardsche Revue Gezelschap in concertzaal Ober Bayern te Sittard zijn eerste uitvoeringen onder de titel 'Zeg hoe vind je dat?'. De revueteksten waren van de hand van Toon, de muziek van René; Beckman. Met de muzikale Duitse mijningenieur werkte de jonge Toon een viertal jaren vruchtbaar samen.
In groten getale kwamen de Sittardenaren naar Ober Bayern in de Voorstad, waar Teun optrad met zijn revuegezelschap. De bonte avond in 1936 kreeg in de Limburger Koerier een uitstekende recensie.
Van de revue 'Bonte avond' is een aantal teksten bewaard gebleven in een door Toon Hermans volgeschreven schrift.
In de schriften met de oudste revueteksten maakte Toon ook verschillende tekeningen. Zijn leven lang is Toon blijven tekenen en schilderen.
In april 1937 hingen plots door de hele stad plakkaten met het woord 'Boem'. Later werd met dit door Toon ontworpen programmablaadje duidelijk dat het de titel was van zijn en René Beckmans nieuwe show.
Toons gezelschap droeg in 1941/1942 in een halfjaar tijd drie verschillende namen: Zuid-Nederlandsch Racket-cabaret, Het Nederlandsche Cabaret, en Tournée-gezelschap Toon Hermans. Onder de laatste naam trad hij op 9 april 1942 op in Hotel De Zwaan in Sittard. Daar zong Toon onder andere zijn nieuwste schlager Zitterd zónger beier!

De bonte avond in 1936 kreeg in het provinciale dagblad Limburger Koerier een uitstekende recensie: ‘Een speciaal woord van hulde komt zeer zeker wel toe aan dhr. Toon Hermans, die op bijna onverbeterlijke wijze diverse rollen speelde en de vele aanwezigen hartelijk liet lachen.’ In 1938 wist een derde carnavalsvereniging in Sittard, De Mander, Toon te strikken voor revueoptredens. Bij de Mander Revue was Toon de gangmaker. Zelfs nog in het eerste oorlogsjaar was lachen troef in de stad. Vier revues werden in dat jaar voor het voetlicht gebracht. In februari 1941 vierde Toon met zijn Feestparade zijn vijftigste revueoptreden. Daarna werden deze optredens stilgelegd, in afwachting van betere tijden. In Amsterdam ging het amusement wel gewoon door. Toon kreeg een uitnodiging van een bekend cabaretgezelschap en vertrok in 1942 naar de hoofdstad.

De zestienjarige Toon in het 'clubkostuum' (een blauwe boerenkiel, een rode halsdoek en een hoge boerenpet) van de Sittardse carnavalsvereniging De Aanhauwtesj.
Toon in het galakostuum van De Aanhauwtesj (1937).
Deze pruik en dit strikje gebruikte Toon tijdens zijn eerste optredens.

Van Zomerlust naar Odastraat
Toon had in Sittard niet alleen successen, maar ook zware tegenslagen, verdriet en ellende gekend. Op 17 december 1916 kwam hij in de grote villa Zomerlust aan de Parklaan 10 ter wereld. Het kapitale pand werd in 1924 publiekelijk verkocht, nadat de Sittardsche Bank, waarvan Toons vader directeur was, failliet was gegaan. Het gezin verhuisde naar een eenvoudiger burgerhuis aan de Rijksweg Zuid, dat ook te duur bleek, waarna een onderkomen gevonden werd op Begijnenhofstraat 5. Hier overleed op 23 april 1928 vader Hermans. Drie dagen lag het lichaam opgebaard aan de straatkant. Er kwam bezoek van familieleden en kennissen. Teun ergerde zich als er ooms en tantes bij waren die gewoon stonden te praten. ‘Ik weet nog dat ik één keer helemaal alleen naar binnen ben gegaan', zo staat in Toons biografie opgetekend, 'toen niemand er erg in had. Ik verbeeldde mij dat mijn vader mij nog iets wou vragen … of dat hij dorst had. En toen eerst heb ik hem goed gezien.  …Ik zag de rozenkrans in zijn prachtige, slanke handen. Zij leken wel wit gepoederd. ‘Onze Vader … die in de hemel zijt …’ Ik weet nog dat ik zo naar hem keek door mijn tranen heen en dat ik op straat kinderen hoorde zingen, die niet wisten dat zij langs het raam van mijn dode vader gingen. En dat het net was alsof hij even tegen mij glimlachte".’
Na het overlijden van vader moest zijn weduwe met haar vier opgroeiende jongens een bescheiden huurwoning betrekken aan de Odastraat 17.

De geboorteakte van Antoine Gerard Theodore Hermans ofwel Teun/Toon Hermans. Zijn vader was toen 'assuradeur' (verzekeringsagent). Met ingang van 1 januari 1919 werd hij bankdirecteur van de door hemzelf opgerichte Sittardsche Bank.
Het geboortehuis van Toon Hermans: Villa Zomerlust, Parklaan 10 te Sittard.
Het geboortehuis van Toon Hermans vlak voor de afbraak in 1982.
De Sittardsche Bank op een prentbriefkaart van de Limbrichterstraat. Op 22 juni 1920 had vader Jean Baptiste Nicolas Hermans vergunning gekregen dit pand te verbouwen tot bankgebouw. Daarvoor was de bank gevestigd in de Putstraat. Al in november 1921 kwam er een einde aan het directeurschap van 'Nikkela' Hermans. Op 10 maart 1924 werd het pand van De Sittardsche Bank verkocht.
Met een partner en de steun van 39 notabelen uit de regio had Nicolas Hermans, de vader van Toon, op 31 december 1918 De Sittardsche Bank opgericht. Op deze foto staand: Mertens (?), Emil Gubbels (Geleen), Leo Cremers (burgemeester Nuth) en directeur Nic. Hermans; zittend: Van Oppen (burgemeester Maastricht) en Barbou de Roosteren.
Begijnenhofstraat 5, het woonhuis van het gezin Hermans, waar de vader van Toon op 23 april 1928 overleed.
Rijtjeshuizen aan de Odastraat, thans Odasingel, omstreeks 1930. Na het overlijden van Nikkela Hermans, verhuisde weduwe Maria met haar vier jongens van de Begijnenhofstraat 5 naar het adres Odastraat 17. Hier was het armoe troef voor het gezin.
In het bevolkingsregister van Sittard staan verschillende woonadressen van het gezin Hermans opgetekend. Ten tijde dat vader Nicolaas Hermans directeur was van de Sittardsche Bank woonden ze aan de Parklaan. Na het faillissement van pa verhuisde het gezin naar de Rijksweg Zuid en vervolgens naar de Begijnenhofstraat, waar Toons vader op 23 april 1928 overleed. Weduwe Hermans verhuisde vervolgens met haar vier zoons naar de Odastraat, destijds het straatje van de vervallen grootheden genoemd.

Blijvende inspiratiebron
Na de oorlog keerde Toon Hermans even terug naar zijn geboortestad, maar hij koos al snel definitief voor het nationale podium. Zijn warme en ellendige herinneringen aan zijn geboorteplaats bleken een blijvende inspiratiebron.

In opdracht van de gemeente Sittard vervaardigde de beroemde Limburgse schilder Charles Eyck in 1964 voor tienduizend gulden dit schilderij van de nog beroemdere kleinkunstenaar Toon Hermans.
Op 15 januari 2003 onthulde cabaretier Jos Brink dit door Loek Bos vervaardigd beeld van Toon Hermans bij de Stadsschouwburg van Sittard. In 2016 werd het beeld verplaatst naar de entree van Erfgoed Centrum De Domijnen.
Gevelschildering van Toon Hermans op de zijgevel van het Toon Hermans Huis in de Paardestraat te Sittard. Het inloophuis ondersteunt sinds 15 december 1998 kankerpatienten. (Foto en copyright Vic Hendriks).

Toon Hermans overleed op 22 april 2000 te Nieuwegein. Zijn laatste rustplaats vond hij, met zijn in 1990 overleden echtgenoot Rietje, op de Algemene Begraafplaats van Sittard.

Jean Knoors, Jan Schrader en Peter Schulpen

 

Voor meer informatie over dit onderwerp zie:

Harrie op den Kamp, Teun/Toon. Van droom naar roem, Limburg 1916-1946 (2002).

Jacques Klöters, Toon. De biografie (2010).

Harie Bronneberg, ‘In Sittard aten jullie toen al lekkere nònnevotte’, in: Sittards Verleden 18 (2019) 79.

Laatste nieuws