Teun, Teun, Teun
Veel Sittardenaren vonden hun stadgenoot Teun aanvankelijk maar een rare, 'ne flap. Na het theaterdebuut van Teun op 20 januari 1935 in de revue Haal dat erbij, tijdens een propaganda-avond van De Jonge Werkman, sloeg deze kritische houding om in waardering. Toon Hermans was een echte zoon van de stad, 'ne Zitterder om trots op te zijn.
Lachen troef
Een maand na zijn revuedebuut stond Toon Hermans weer op het podium, in Ober Bayern tijdens de stadsrevue van carnavalsclub De Aanhauwtesch. Hij deed een pauzenummer: De Wereldreis. Dat was meteen raak. ‘Teun, Teun, Teun’ scandeerde het publiek. De theaterman Toon Hermans was geboren. Enkele maanden later richtte Toon zijn eigen Sittardsche Revuegezelschap op, met René Beckman als voorzitter en muzikale leider. Beckman raadde Toon aan zijn teksten in het Nederlands te schrijven om een breder publiek te bereiken. Het was de eerste stap op weg naar het Amsterdamse Carré. In zijn Sittardse periode schreef Toon niet minder dan zeventien revues. Hij was niet alleen tekstschrijver, maar ook regisseur, hoofdrolspeler, zanger en schilder van de decors. De zalen waar Toon en zijn Sittardse artiesten optraden, waren steevast uitverkocht.
De bonte avond in 1936 kreeg in het provinciale dagblad Limburger Koerier een uitstekende recensie: ‘Een speciaal woord van hulde komt zeer zeker wel toe aan dhr. Toon Hermans, die op bijna onverbeterlijke wijze diverse rollen speelde en de vele aanwezigen hartelijk liet lachen.’ In 1938 wist een derde carnavalsvereniging in Sittard, De Mander, Toon te strikken voor revueoptredens. Bij de Mander Revue was Toon de gangmaker. Zelfs nog in het eerste oorlogsjaar was lachen troef in de stad. Vier revues werden in dat jaar voor het voetlicht gebracht. In februari 1941 vierde Toon met zijn Feestparade zijn vijftigste revueoptreden. Daarna werden deze optredens stilgelegd, in afwachting van betere tijden. In Amsterdam ging het amusement wel gewoon door. Toon kreeg een uitnodiging van een bekend cabaretgezelschap en vertrok in 1942 naar de hoofdstad.
Van Zomerlust naar Odastraat
Toon had in Sittard niet alleen successen, maar ook zware tegenslagen, verdriet en ellende gekend. Op 17 december 1916 kwam hij in de grote villa Zomerlust aan de Parklaan 10 ter wereld. Het kapitale pand werd in 1924 publiekelijk verkocht, nadat de Sittardsche Bank, waarvan Toons vader directeur was, failliet was gegaan. Het gezin verhuisde naar een eenvoudiger burgerhuis aan de Rijksweg Zuid, dat ook te duur bleek, waarna een onderkomen gevonden werd op Begijnenhofstraat 5. Hier overleed op 23 april 1928 vader Hermans. Drie dagen lag het lichaam opgebaard aan de straatkant. Er kwam bezoek van familieleden en kennissen. Teun ergerde zich als er ooms en tantes bij waren die gewoon stonden te praten. ‘Ik weet nog dat ik één keer helemaal alleen naar binnen ben gegaan', zo staat in Toons biografie opgetekend, 'toen niemand er erg in had. Ik verbeeldde mij dat mijn vader mij nog iets wou vragen … of dat hij dorst had. En toen eerst heb ik hem goed gezien. …Ik zag de rozenkrans in zijn prachtige, slanke handen. Zij leken wel wit gepoederd. ‘Onze Vader … die in de hemel zijt …’ Ik weet nog dat ik zo naar hem keek door mijn tranen heen en dat ik op straat kinderen hoorde zingen, die niet wisten dat zij langs het raam van mijn dode vader gingen. En dat het net was alsof hij even tegen mij glimlachte".’
Na het overlijden van vader moest zijn weduwe met haar vier opgroeiende jongens een bescheiden huurwoning betrekken aan de Odastraat 17.
Blijvende inspiratiebron
Na de oorlog keerde Toon Hermans even terug naar zijn geboortestad, maar hij koos al snel definitief voor het nationale podium. Zijn warme en ellendige herinneringen aan zijn geboorteplaats bleken een blijvende inspiratiebron.
Toon Hermans overleed op 22 april 2000 te Nieuwegein. Zijn laatste rustplaats vond hij, met zijn in 1990 overleden echtgenoot Rietje, op de Algemene Begraafplaats van Sittard.
Jean Knoors, Jan Schrader en Peter Schulpen
Voor meer informatie over dit onderwerp zie:
Harrie op den Kamp, Teun/Toon. Van droom naar roem, Limburg 1916-1946 (2002).
Jacques Klöters, Toon. De biografie (2010).
Harie Bronneberg, ‘In Sittard aten jullie toen al lekkere nònnevotte’, in: Sittards Verleden 18 (2019) 79.