Monumenten

Born Gemeentelijk monument Woonhuis

GM001 Born - Bronstraat 4 : Woonhuis

Het object maakt deel uit van de historische bebouwingsstructuur van Born. Het betreft een vrijstaand pand op ruime verkaveling, iets teruggelegen van de rooilijn. 

Locatie: Born, Bronstraat 4
51° 1' 47" NB, 5° 48' 30" OL

Gemeentelijk monument: 001
Kadaster: BOR00-C-2365

Bouwstijl: zakelijk expressionistische stijl. 

Bouwhistorie: Vrijstaand woonhuis, rond 1933 gebouwd.

Exterieur: De bouwmassa is een plastisch samenstel van bouwdelen bestaande uit een centraal rechthoekig deel van twee bouwlagen haaks op de straat, gedekt door een schilddak, dat links doorloopt over een smalle loggia van een bouwlaag, waarvan het muurwerk een geheel vormt met het centrale deel. De loggia wordt gedekt met een lessenaarsdak, waarvan het dakvlak met een knik doorloopt in het linker dakvlak van de hoofdbouwmassa. Rechts is een L-vormig bouwdeel van één bouwlaag hoog dat bestaat uit een aansluitend rechthoekig deel haaks op de straat dat aan de voorzijde iets terugligt ten opzichte van het centrale deel, met een eigen schilddak dat een meter uitsteekt ten opzichte van het rechter dakschild van het hoofddak en een garage met een plat dak haaks daarop, evenwijdig aan de straat. Aan de straatzijde heeft het centrale deel links een driezijdig gesloten erker. In het garagedeel is linksachter een overdekt portaal opgenomen. Van het huis zijn alleen de voorgevel en de linker zijgevel beschreven.  Het samengestelde dak van het huis is gedekt met grijs-groene opnieuw verbeterde Hollandse pannen en heeft brede houten bakgoten. Links en rechts is een houten dakkapel aanwezig en er staan een drietal gemetselde schoorstenen op het dak.  Het pand is opgetrokken met gele baksteen en gemetseld in Noords verband en heeft een hoge plint van paarse trasraamklinkers met een halfsteens rollaag aan de bovenzijde en terugliggende vlakke voegen. Alle vensters zijn uitgevoerd in hout en witgeschilderd.  De voorgevel is asymmetrisch van opzet en bestaat uit vier vensterof gevelassen van ongelijke breedte, waarbij de ver terugliggende garage buiten beschouwing is gelaten. De gevel is ongeleed en is aan de bovenzijde visueel beëindigd door de houten boeiboorden van de goten en links door de houten windveer van het schuine dak boven de loggia. Hier is het metselwerk ook voorzien van vlechtingen. Op de begane grond zijn van links naar rechts aanwezig: de open boogopening van de loggia, de driezijdig gesloten erker met daarin drie vensters, de deurpartij en een venster. Op de verdieping is op de erker een klein balkon aanwezig met een raampartij waarin balkondeuren zijn opgenomen en rechts een venster. Alle vensters hebben aan de bovenzijde een eenvoudige halfsteens rollaag en aan de onderzijde keramische raamdorpelstenen. De gemetselde rondboogopening van de loggia bestaat uit twee halfsteens lagen die langs de dagkanten van de boogopening tot op de plint doorlopen. De dagkanten van de plint zijn in een ronde vorm gemetseld met op zijn kant gezette koppen. De penant links op de hoek bestaat uit een dubbele ronde vorm waardoor visueel twee ronde zuiltjes zijn ontstaan. De loggia is vanuit de tuin met een van gele baksteen gemetselde trap van drie treden bereikbaar. De erker heeft drie vensters met houten kozijnen en ramen. Er is één breed venster in het midden en twee smallere ter weerszijden. Elk venster heeft een ongedeeld onderraam en een bovenlicht met eenvoudig rechthoekig glas-in-lood. De ingangspartij heeft dubbele houten deuren geflankeerd door naar voren springende borstweringen ter hoogte van de plint en is afgedekt met een vlakke betonnen luifel. De deuren zijn bereikbaar via drie gemetselde treden van gele baksteen. De paneeldeuren zijn gevat in een houten kozijn op hardstenen neuten met een eveneens hardstenen drempel. Ze hebben smalle hoge glasvlakken van decoratief glas-in-lood achter een ijzeren rooster. De borstweringen, met een doorsnede in de vorm van een gestileerde parabool, zijn gemetseld in de paarse trasraamklinkers van de plint en de ronde voorzijden bestaan uit op zijn kant gezette bakstenen. De bovenzijde is afgedekt door betonnen platen. Tussen deze platen en de luifel zijn staande overhoekse lichtopeningen aangebracht van vier ruiten hoog en twee breed. De ruiten van figuurglas zijn in een ijzeren raamwerk geplaatst. Het rechter venster in het terugliggende muurvlak heeft een zesdeling (3,2): drie vensters in de breedte waarvan het middelste iets breder is en bovenlichten met eenvoudig rechthoekig glas-in-lood. Boven de erker is een balkon aangebracht waarvan de borstweringen bestaan uit de doorlopende muurvlakken van de erker. Het balkon is toegankelijk via een houten wit geschilderde raampartij met dubbele deuren, geflankeerd door naar binnen draaiende ramen. Zowel de deuren als de ramen hebben drie boven elkaar geplaatste liggende glasruiten (1,3). Het rechter venster op de verdieping heeft twee naar binnen draaiende ladderramen van drie ruiten elk, met een (stolp)naald. Het geheel is uitgevoerd in hout.  Het muurwerk van de garagegevel is gelijk aan dat van de voorgevel en wordt aan de bovenzijde beëindigd door een houten boeiboord. In de gevel van de terugliggende garage zijn dubbele (garage)deuren aangebracht binnen smalle houten kozijnen op neuten. De (houten) deuren zijn vlak uitgevoerd en opgehangen aan hoekige gehengen. Elke deur heeft op halve hoogte een staand ruitje binnen een uitspringend lijstje, ruim een decimeter van de naald. Ieder raampje is voorzien van twee horizontale beugels.  De linker zijgevel wordt gedomineerd door de uitgebouwde loggia rechts. Het dakschild aan de voorzijde hiervan vormt één geheel met het dakschild van het centrale deel. Het linker dakschild geeft de gevel een schuin accent. Zowel het gevelvlak van de loggia als het  overige deel van de linker zijgevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door de boeiboorden van de bakgoten. Links naast de loggia is op de begane grond een venster aanwezig, op de verdieping twee vensters. Op zolderniveau is een centraal geplaatste houten dakkapel aangebracht. De loggia heeft twee rechthoekige openingen tussen drie penanten. De openingen hebben steens rollagen en de overgang van de dagkanten naar deze rollaag wordt gevormd door enkele uitkragende bakstenen. Aan de onderzijde vormt de plint uitstekende borstweringen die per opening slechts een smalle doorgang open laten. De ronde vorm van de plint rechts op de hoek is links symmetrisch herhaald en ook de rondboogopening om de hoek is de tegenhanger van die in de voorgevel. De borstwering onder de middelste penant heeft deze rondingen niet. Links onder de loggia heeft de buitengevel van het huis een deuropening met een witgeschilderde deur met glasruit. Het venster links op de begane grond heeft een vierdeling (2,2). De bovenlichten hebben eenvoudig rechthoekig glas-in-lood. Het linker venster op de verdieping heeft twee naar binnen draaiende ladderramen van drie ruiten elk (2,3), met een (stolp)naald. Rechts daarnaast tegen het dakschild van de loggia bevindt zich een venster met twee ladderramen van twee ruiten elk gescheiden door een vaste stijl (2,2). De houten dakkapel is van boven recht gesloten met een boeiboord en de wangen zijn bekleed met leien. Aan de voorzijde zijn drie ladderramen van twee ruiten elk aangebracht tussen vaste stijlen (3,2).  

Bronstraat 4 Born (FKG)
Bronstraat 4 Born (FKG)

Bijzonderheden:  De houten vlaggenmast in de tuin, de oorspronkelijke voordeur, de glas-in-loodramen.  

Wat is HIS?

HIS staat voor Historische Impuls Sittard-Geleen-Born en vormt de eerste drie letters van ‘historie’. HIS is de digitale geschiedenisbeschrijving van de gemeente Sittard-Geleen. Het is een initiatief van de Vereniging Sittards Verleden en is inmiddels ‘geadopteerd’ door de Federatie Historie Sittard-Geleen-Born.

Lees verder >