GM184 Sittard - Molenweg 54 : Wonen
Het object is gelegen aan de noordzijde van de Molenweg, in een landschappelijke omgeving. De Molenweg en de verkavelingspatronen gaan grotendeels terug op historische structuren en die in het huidige landschap nog als zodanig herkenbaar zijn.
Locatie: Sittard, Molenweg 54
50° 59' 17" NB, 5° 51' 45" OL
Gemeentelijk monument: 184
Kadaster: STD00-G-1732
Bouwstijl: Rationalistisch met invloeden van expressionisme, ontworpen door architect W. Schelberg.
Bouwhistorie:
Exterieur: Het object is gelegen aan de noordzijde van de Molenweg, in een landschappelijke omgeving. De Molenweg en de verkavelingspatronen gaan grotendeels terug op historische structuren en die in het huidige landschap nog als zodanig herkenbaar zijn. Het betreft een vrijstaand pand op ruime verkaveling, terug liggend van belending. Het pand bestaat uit een hoofdbouwmassa met aanbouw. De hoofdbouwmassa heeft een rechthoekige grondslag, omvat twee bouwlagen onder een schilddak. De aanbouw aan de achterzijde is niet geïnventariseerd en valt buiten de bescherming. Het schilddak van de hoofdbouwmassa is gedekt met rode Tuiles du Nord-pannen en voorzien van een bakgoot met brede overstek. In de nok van het dak zijn twee zware, vierkante schoorstenen. In alle vier de dakvlakken zijn dakkapellen aangebracht. Deze zijn nog oorspronkelijk, uitgevoerd in hout en hebben vierruits draairamen. De gevels heeft een opbouw in twee zones: het geveldeel ter hoogte van de begane grond tot aan de onderzijde van de vensters op de verdieping is gestukt en eindigt met een uitspringende waterlijst die over de volle breedte van de gevel doorloopt. Het bovenste gedeelte van de gevels, dat wil zeggen de strook muurwerk ter hoogte van de vensters op de verdieping, ligt iets terug ten opzichte van het onderliggende muuroppervlak en is gemetseld in halfsteens verband. De gevels zijn tegenwoordig wit geschilderd, waardoor veel oorspronkelijke en bijzondere details aan het oog onttrokken zijn. Oorspronkelijk zal in ieder geval de bovenste, gemetselde zone schoon metselwerk zijn geweest. Op geraffineerde wijze is in de gevels plasticiteit aangebracht. De voorgevel is een lijstgevel en symmetrisch van opzet met drie vensterof gevelassen. Bijzondere aandacht verdient het stucwerk in de onderste zone, dat op fantasievolle wijze is toegepast en van hoge kwaliteit is: de grijs geschilderde plint is voorzien van een verticale belijning, een soort frijnslag, gevolgd door een ruwer maar homogeen gestukt vlak. De golvende lijst is zeer strak uitgevoerd, waar het bovenste gedeelte weer is voorzien van een soort visgraatstructuur. De plasticiteit wordt versterkt door de toepassing van lisenen aan weerszijden van de voordeur, die zich op de centrale middenas bevindt, en op de hoeken. De vormgeving van de deuren en ramen daarentegen is traditioneel. De oorspronkelijke houten voordeur is geplaatst in een iets terug liggend portiek. De voordeur is bereikbaar via twee hardstenen treden, met aan weerszijden vierkante bloembakken. Boven de deur is een traditioneel uitgevoerd houten afdakje dat beide lisenen met elkaar verbindt en dat rust op twee geprofileerde houten consoles. Daarboven is een liggend bovenlicht met originele roedeverdeling in drieën. Links en rechts van de voordeur heeft de voorgevel een relatief kleine vensteropening met een staand houten raam (origineel) met zesruits bovenlichten. De onderramen zijn voorzien van houten luiken. Een opmerkelijk detail vormt de in het pleisterwerk of cement uitgevoerde golvende lijst die bovenlangs de vensteropeningen is aangebracht en over de volle breedte van de gevel doorloopt. De bovenste zone kenmerkt zich juist door een rationele hoekige plastiek, die onder meer verkregen is door de vensters verdiept terug te leggen en blind nissen aan te brengen. Deze strook is ingeklemd tussen twee steens rollagen aan de onderen bovenzijde die over de volle breedte doorlopen. Vooral de terugspringende hoek ten opzichte van de lisenen daaronder is geraffineerd. De vormgeving van de drie ramen is gelijk aan die op de begane grond en weer veel traditioneler. De gevel eindigt met een houten bakgoot met overstek. De architectuur van de rechter zijgevel komt overeen met die van de voorgevel. Zowel op de begane grond als op de verdieping heeft de zijgevel twee originele driedelige ramen met bovenlichten. De bovenramen hebben een verticale roedeverdeling in tweeën.
Bijzonderheden: Het sierstucwerk en het siermetselwerk, de oorspronkelijke kozijnen, luiken, ramen en voordeur alsmede de luifel boven de voordeur.