Monumenten

Geleen Gemeentelijk monument

GM057 Geleen - Markt 1 : Gemeentehuis

Het gemeentehuis werd in 1922 ontworpen door J.Th.J. Cuypers. Het werd gebouwd in het toen nog open veld tussen de kernen Opgeleen (huidige Oud-Geleen), Krawinkel en Lutterade als aanzet voor een nieuw centrum voor de mijngemeente Geleen. Het gebouw is later diverse malen uitgebreid in verschillende bouwstijlen. 

Locatie: Geleen, Markt 1
50° 58' 10" NB, 5° 49' 38" OL

Gemeentelijk monument: 057
Kadaster: GLN00-A-11816

Bouwstijl: Rationele  bouwstijl. 

Bouwhistorie: Het gemeentehuis werd in 1922 ontworpen door J.Th.J. Cuypers. Het werd gebouwd in het toen nog open veld tussen de kernen Opgeleen (huidige Oud-Geleen), Krawinkel en Lutterade als aanzet voor een nieuw centrum voor de mijngemeente Geleen. Het gebouw is later diverse malen uitgebreid in verschillende bouwstijlen. In 1960 kreeg stedebouwkundige Jos Klijnen de opdracht een uitbreiding aan de zuidkant te ontwerpen. Dieze uitbreiding werd in ???? afgebroken. Architectenbureau  Zollner uit  Roermond ontwerpt in 1977 de uitbreiding van de westvleugel. 

Exterieur: Het object is gelegen in het centrum van Geleen. Het betreft een vrijstaand pand op een ruime verkaveling (plein), terugliggend van de rooilijn. Het gemeentehuis bestaat uit twee delen: het historisch gedeelte dat in 1922 tot stand is gekomen en de moderne uitbreiding uit 1980 ten zuidwesten hiervan. Het historisch gedeelte heeft een rechthoekige grondslag met een uitgebouwde middenpartij ter plaatse van de voorgevel en een tweede uitbouw tegen de rechter zijgevel. Het pand telt drie bouwlagen onder een hoogoplopend schilddak, dat de nok evenwijdig aan de straat heeft. Het gebouw heeft een traditionele indeling met een parterre, de representatieve bel-etage, een eerste verdieping en een tweede danwel zolderverdieping. De oudbouw is met een glazen loopbrug op het niveau van de eerste en tweede verdieping met de nieuwbouw verbonden. Het schilddak van de hoofdbouwmassa is gedekt met grijze (opnieuw) verbeterde Hollandse pannen en is voorzien van een houten bakgoot met brede overstek. Er zijn twee forse, taps toelopende schoorstenen op de hoeken van de nok van het dak. Daartussen is een imposante dakruiter geplaatst met het uurwerk van het stadhuis. De dakruiter heeft een ingezwenkte top en is geheel bekleed met lood.  Gevels: Het pand is opgetrokken in roodbruine baksteen, gemetseld in kruisverband en platvol gevoegd. De voorgevel is symmetrisch van opzet, telt zeven vensterof gevelassen en heeft een risalerende middenpartij. Deze middenpartij telt vier bouwlagen. De gevel is geplaatst op een plint die bestaat uit plastisch metselwerk van horizontale lijsten van telkens drie lagen hoog, afgewisseld met een diep teruggelegde laag bakstenen. In tegenstelling tot de aangrenzende geveldelen die geleed zijn door lisenen, is de risalerende middenpartij uitgevoerd in vlak muurwerk. Twee trappen leiden vanaf de zijkant naar het bordes dat zich op het niveau van de bel-etage bevindt. Drie grote gevelopeningen met ingesnoerde bovenkant voorzien het bordes van licht. De balustrades zijn in natuursteen uitgevoerd. De nog oorspronkelijke houten deur vormt de officiële toegang tot het stadhuis. Links en rechts hiervan bevindt zich een liggend venster met twee houten ramen. Onder het bordes bevindt zich een toegang tot de parterre. Aan weerszijden van de originele houten deur is een mededelingenbord. Op het niveau van de eerste verdieping bevindt zich op de centrale middenas het licht gebogen, kunststenen balkon, bereikbaar via brede, openslaande houten deuren (origineel). Links en rechts zijn smalle, staande ramen die ten opzichte van het omliggende opgaand muurwerk verdiept zijn teruggelegd. De naar voren springende rollagen boven de gevelopeningen vormen een opmaat naar de raampartij op de tweede of zolderverdieping. Hier is een reeks van negen smalle staande ramen aangebracht. Elk raam heeft een tweedeling in een onderen bovenraam, van elkaar gescheiden door een zware, natuurstenen latei. De reeks vensters is gevat in een betonnen omlijsting die aan de bovenzijde trapsgewijs uitloopt. In het midden is het wapen van Geleen als reliëf in natuursteen geplaatst. De middenpartij eindigt met een opgemetselde getrapte gevelopstand in het midden, voorzien van natuurstenen dekplaten De hoeken zijn eveneens door klimmend metselwerk met dekplaten geaccentueerd. De buitenste geveldelen zijn geleed door lisenen die over de volle hoogte van de drie bouwlagen doorlopen. Beide geveldelen zijn twee vensterassen breed. Ter hoogte van de parterre heeft de voorgevel aan weerszijden lage dubbele ramen (origineel) met een boven en onderraam in houten kozijnen. Op de bel-etage en de eerste verdieping zijn hoge houten, nog originele kruisvensters geplaatst. Alle gevelopeningen hebben gemetselde raamdorpels en hoge gemetselde rollagen als bovenbeëindiging. De gevel eindigt met een bakgoot met overstek. In het dak zijn diverse dakkapellen opgenomen (origineel) met dubbele houten ramen. Rechter zijgevel: De rechter zijgevel is symmetrisch van opzet, telt vijf vensterof gevelassen en heeft net als de voorgevel een risalerende middenpartij met een torenachtig karakter. Deze uitbouw bevat het centrale trappenhuis van het stadhuis. De plint is identiek aan die van de voorgevel. De uitbouw heeft lisenen op de hoeken. Op vijf niveaus is telkens een reeks van vier smalle hoge gekoppelde vensteropeningen, slechts gescheiden door een smalle penant. De ramen zijn uitgevoerd als glas-in-lood. De onderdorpels zijn gemetselde afzaten, de bovenbeëindiging van de vensteropeningen wordt gevormd door een doorlopende hoge rollaag. De uitgebouwde middenrisaliet eindigt met een bakgoot met forse overstek, waarboven een dwarskap die aansluit op het schilddak van het hoofdvolume. De buitenste traveeën hebben, gelijk aan de voorgevel, een verticale geleding door middel van lisenen. Opmerkelijk zijn de twee dichtgemetselde bogen ter hoogte van de parterre links van de middenpartij, waarin oorspronkelijk dubbele poortdeuren aanwezig waren. In de rechter twee traveeën zijn hoog in de gevel tweemaal twee kleine vensteropeningen. De houten, nog originele ramen zijn voorzien van diefijzers: oorspronkelijk bevonden zich in deze hoek van het gemeentehuis enkele cellen. De ramen ter hoogte van de bel-etage en de eerste verdieping zijn net als bij de voorgevel uitgevoerd als houten kruisvensters. De gevel middenpartij is op zolderniveau een dakkapel met dubbele ramen.

Voormalig Gemeentehuis Geleen Markt 1 Geleen (FKG) Interieur
Voormalig Gemeentehuis Geleen Markt 1 Geleen (FKG)
Voormalig Gemeentehuis Geleen Markt 1 Geleen (FKG) Interieur
Voormalig Gemeentehuis Geleen Markt 1 Geleen (FKG) Interieur
Voormalig Gemeentehuis Geleen Markt 1 Geleen (FKG) Interieur

Interieur: Op de benedenverdieping de originele deur in de hal, glas in lood in toiletruimte. Op de eerste verdieping met centrale hal de oorspronkelijke deuren met kozijnen. De draaideur naar hoofdingang met een geglazuurde oorkonde van Burgemeester Daamen. En boven de draaideur een plaat met namen raadsleden, wethouders en ambtenaren gedateerd 1921-1922. De lambrisering op de  eerste verdieping met de Raadzaal die uitkomt op het balkon het originele meubilair is in januari 2012 teruggeplaatst. Verder de lambrisering met oude radiatoren en glas in lood raampjes, de staande klok en het cassetteplafond.  Verder in de trappenhal de trapleuningen.

Cultuurhistorie: Het object is van belang wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap, cultuurhistorische waarde en meer in het bijzonder vanwege:
• de architectuurhistorische betekenis in relatie tot de esthetische kwaliteit van het ontwerp.
• de architectonische gaafheid van het exterieur. • als een plaatselijke uiting van een belangrijke (landelijke) architectuurstroming.
• het gebouw behoort tot het oeuvre van een belangrijke limburgse architect.
• het object is ruimtelijk bepalend c.q. markant voor de omgeving.
• de betekenis van het object als onderdeel van de nederzettingsstructuur, waarbij het oorspronkelijke beeld herkenbaar is gebleven.
• het bijzondere materiaalgebruik en de bijzondere detaillering.
• de architectuurhistorische, typologische en functionele zeldzaamheid in relatie tot de gaafheid van het object.
• de betekenis voor de plaatselijke geschiedenis als uitdrukking van een bestuurlijke ontwikkeling. 

Bijzonderheden: Het balkon, de wapensteen, de originele ramen en deuren, het glas-in-lood van het trappenhuis, de met lood beklede dakruiter en bijbehorend uurwerk. 

Opmerkingen: Het exterieur van de bouwmassa.  De aanbouw aan de westzijde is uitgesloten van bescherming 

Wat is HIS?

HIS staat voor Historische Impuls Sittard-Geleen-Born en vormt de eerste drie letters van ‘historie’. HIS is de digitale geschiedenisbeschrijving van de gemeente Sittard-Geleen. Het is een initiatief van de Vereniging Sittards Verleden en is inmiddels ‘geadopteerd’ door de Federatie Historie Sittard-Geleen-Born.

Lees verder >