Verhalen

Ontdekkers en hervormers Obbicht & Papenhoven

Een opstandige heer

Donderdag 1 juli 1999 was voor Obbicht een bijzondere dag, want toen vereerde niemand minder dan kroonprins Willem-Alexander het dorp met een bezoek. Wat bracht de jonge prins naar deze uithoek van het land? Dat had alles te maken met een gedenkwaardig voorval uit het beginjaar van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). In de nacht van 5 op 6 oktober 1568 haalde Willem van Oranje een stunt uit door in één nacht met zijn leger bij Obbicht de Maas over te steken.  Willem was de leider van de Nederlandse opstandelingen tegen de vorst Filips II. Ruim vierhonderd jaar later onthulde zijn neefje Willem-Alexander op de Maasdijk een monument ter herinnering aan deze vermetele daad.

Op donderdag 1 juli 1999 stapte Willem-Alexander als eerste door 'de poort van de vrijheid', de boog van het monument ter herinnering aan de overtocht van de Maas door Willem van Oranje in 1568. (Foto Studio Janssen).
Het monument op de grens van de uiterwaarden van de Maas en de bebouwing van Obbicht is ontworpen door de uit Sweikhuizen afkomstige kunstenaar Louis Reijnen. (Foto en copyright Vic Hendriks).
Op het bankje bij het monument staan twee chronogrammen van Guus Janssen die verwijzen naar de jaartallen 1568 en 1999. De hoofdletters die als een Romeins cijfer gelezen kunnen worden leveren opgeteld deze jaartallen op. (Foto en copyright Vic Hendriks).

In opstand
DeTachtigjarige Oorlog, ook wel de Nederlandse Opstand genoemd, was de strijd in de Nederlandse gewesten (ongeveer Nederland en België) tegen het als onrechtvaardig ervaren bestuur van de Spaans-Habsburgse vorst. In 1555 was Filips II zijn vader Karel V opgevolgd als koning van Spanje en heer der Nederlanden. Vanuit Spanje probeerde hij de politiek en het bestuur van de Nederlanden te centraliseren. Een stevigere greep op de Nederlanden betekende een verzwakking van de steden en gewesten. Ook bestreed Filips het protestantisme, dat in de Nederlanden voet aan de grond kreeg, want een verzwakking van de katholieke kerk hield ook een ondermijning in van het wereldlijk gezag. In zijn poging de eenheid van de Kerk te herstellen vervolgde Filips de protestantse 'ketters'. Beide zaken riepen verzet op. Nadat in 1566 protestanten op grote schaal heiligenbeelden - in hun ogen afgodsbeelden - in katholieke kerken hadden vernield (de beeldenstorm) stuurde Filips II de hertog van Alva met een leger van 10.000 man naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Wat begon als een opstand ontvouwde zich tot een regelrechte oorlog. In het eerste jaar van de Opstand speelden protestanten uit onze regio een prominente rol.

Filips II (1527-1598) volgde in 1555 zijn vader Karel V op als koning van Spanje en heer der Nederlanden. Met het 'Plakkaat van Verlatinghe' in 1581 erkenden de Nederlandse opstandelingen Filips niet langer als hun vorst.
Fragment van een gravure die de beeldenstorm in een kerk te Gent verbeeldt.
De hertog van Alva (1507-1582), landvoogd van de Nederlanden (vertegenwoordiger van Filips II) aan het begin (1567-1573) van de Nederlandse Opstand.

Protestantisme in de regio
De plaatselijke adel had in onze regio een belangrijke rol gespeeld bij de ontkieming van protestantse gemeenschappen. In 1529 was de heer van Stein, Herman van Bronckhorst-Batenburg (circa 1500-1556), getrouwd met Petronella van Praet van Moerkercken (1501-1593). Zij bracht het lutheranisme en later het calvinisme binnen het gezin en bood predikers onderdak. Karel van Bronckhorst was een van de acht kinderen uit dit gezin. Hij trouwde in 1564 met Alverta van Vlodrop, opgegroeid in een familie die al vroeg het protestantse gedachtengoed was toegewijd. Het jonge paar vestigde zich op Kasteel Obbicht, erfgoed van de bruid. Zowel de Van Vlodrops als de Van Bronckhorsten onderhielden nauwe relaties met de Prins van Oranje. 

De overtocht
In een poging de Spaanse landvoogd Alva uit de Nederlanden te verdrijven leidde Willem van Oranje in de nacht van 5 op 6 oktober 1568 zijn troepen tussen Obbicht en Stokkem de Maas over. Het was het begin van de Tachtigjarige Oorlog. De Prins van Oranje kreeg bij de overtocht hulp van de kasteelheer van Obbicht Karel van Bronckhorst, die zich eveneens tegen Filips II had gekeerd. Het was Karel van Bronckhorst die Willem van Oranje wees op de mogelijkheid om bij Obbicht zijn legermacht van circa 23.000 voetknechten en 9000 ruiters de Maas over te zetten. De veldtocht van Oranje was echter gedoemd te mislukken, door geldgebrek, een zwakke strategie en het uitblijven van steun van de bevolking. Willem van Oranje moest terugkeren naar Duitsland, waar hij in 1569 zijn leger ontbond.  

Schoolplaat 'De prins trekt over de Maas, 1568' van J.H. Isings (1884-1977), uitgegeven door J.B. Wolters. Een begeleidend boekje beschrijft de heldendaad op lyrische wijze: 'Een schoon gezicht was het dien overtocht gade te slaan .... De maan wierp donkere schaduwen en lichte plekken in de lange golvende rijen manschappen ...'.
Deze prent van Frans Hogenberg (1535-1590) laat zien hoe troepen van Willem van Oranje enige dagen na de overtocht van de Maas onder het oog van een Spaanse eenheid op de Dousberg bij Maastricht richting Eigenbilzen trokken. Alva liet zich niet tot een veldslag verleiden. Daardoor miste Oranje's veldtocht zijn doel. Al snel waren de middelen van Oranje uitgeput en moest hij zijn leger ontbinden.
Brochure uitgegeven ter gelegenheid van de onthulling van het monument. Op de omslag zien we Willem van Oranje, de in Obbicht geboren schrijver Pieter Ecrevisse (1804-1879), het kasteel en de kerktoren van Obbicht en drie ganzen. Het verhaal wil dat Alva spottend had gevraagd of het leger van Oranje uit een vlucht ganzen bestond, die zomaar de Maas kon oversteken.

Zware tol
De familie Van Bronckhorst betaalde een zware tol voor haar inzet in de vrijheidsstrijd. Karels jongere broers Dirk en Gijsbrecht waren op 1 juni 1568, enkele maanden voor de oversteek, in Brussel onthoofd. De oudste broer Willem zou in 1573 de watergeus Lumey opvolgen als luitenant-generaal in Holland en bezweek datzelfde jaar nog aan verwondingen die hij opliep bij het ontzet van Haarlem. En Karel zelf? Welnu, hij werd in 1580 in Keulen door een Spanjaard vermoord. Zijn vrouw Alverta van Vlodrop bleef met een dergelijk grote schuldenlast achter, dat ze in Aken gevangen werd gezet. Uit deze gijzeling werd ze verlost door een kolonel in Spaanse dienst, Filips van Bentinck. Hij trouwde met Alverta en werd de nieuwe, katholieke, heer van Obbicht. Het kan verkeren!

Peter Schulpen en Guus Janssen

 

Voor meer informatie zie:

- J.L. Meulleners, ‘Geschiedenis van de heerlijkheid en heeren van Obbicht en Papenhoven voornamelijk van Jonker Filips van Bentinck; Eene bijdrage tot de geschiedenis van het Overkwartier van Gelderland’, in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 20 (1883) 26-36.

- J.A. Knoors, Dat alinge huijs tot Obbicht, 1780, Monografieën uit het Land van Sittard 10 (1996) 46-49.  

- A.M.P.P. Janssen, ‘Willem van Vlodrop, pandheer van Grevenbicht, en het ontluikende protestantisme’, in: Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold 30 (2009) 67-75.

- M. Deriks en W. Cremers, De geschiedenis van kasteel Stein en zijn bewoners (2011) 20-25. 

- Jos Drubers en Janus Kolen, ‘Het gebeurde in 1568. De kinderen van Batenburg onthoofd te Brussel’, in: Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold 39 (2018) 79-88. 

- A.M.P.P. (Guus) Janssen, ‘Het Credo van Karel van Bronckhorst-Batenburg, heer van Obbicht en Papenhoven (1566)’, in: Historisch Jaarboek Groot-Born 16 (2018) 20-21.

Laatste nieuws